Select An AI Action To Trigger Against This Article
Welk gerecht deed ons het meest likkebaarden?
Voor een halve finale mag het wat meer zijn, dus hadden juryleden Peter Goossens, Inge Waeles en Michaël Rewers voor een befaamde gast gezorgd: ‘de chillste gast uit de Belgische muziekscene’. Wie kon dat anders zijn dan … Jan Paternoster! Als frontman van Black Box Revelation heeft hij al de halve wereld rondgereisd en veel exquise gerechten mogen verorberen – op z’n 18de zat-ie sushi te eten naast David en Victoria Beckham, zo vertelde hij –, dus was hij de geknipte man om de halve finale op te luisteren met een uitdagende opdracht.
Twee gerechten moesten de overgebleven masterchefs voor meneer de rockster kokkerellen: één dat kon dienen als backstagevoer vóór een concert, en één voor na het optreden. Met andere woorden: één liefst gezonde, energierijke doch lichte maaltijd die er niet weer uit komt bij de minste stagedive, en één gerecht de term ‘comfortfood’ waardig – om met een food coma de tourbus in te kunnen kruipen of om een goeie fond te leggen voor een nacht vol rock-’n-roll, dat laten we in het midden.
De vier bekende hobbykoks schotelden Paternoster allen smakelijke creaties voor, maar Daphne Velges zalm met pistache-sesamkorst was misschien wel het lekkerste ‘gezonde’ gerechtje op de rider. In de categorie post-concert comfort food kon niemand Bert Huysentruyt overtreffen. Hij serveerde de jury een met tig soorten kaas belegde cheesesteaksandwich, ook bekend als een ‘broodje hartinfarct voor je 60ste’. Een aanslag op de kransslagaders, ja, maar wel vettige verwennerij voor ziel en smaakpapillen.
Wie kwam er het origineelst uit de hoek?
‘Wa goat die na moake?!’ riep een verblufte Michäel Rewers uit toen hij zag welke ingrediënten Sarah Vandeursen in haar winkelmandje had gelegd: kokosroom, limoenen, oesters, toastbrood en kiwi’s. Het gerecht dat Sarah voor ogen had, was iets dat ze ooit in een boek over food pairing had gezien, maar nog nooit zelf had geproefd: een kokossoepje geïnfuseerd met limoen, daarin fijngesneden kiwiblokjes en croutons, en daarbovenop nog een oester. Het meest geflipte gerecht in de ‘MasterChef’-geschiedenis? Allicht.
Ook origineel was Sarahs verklaring voor haar overgare eend, een gerecht dat ze al minstens even ingenieus ‘canard de Vilvorde’ had gedoopt. Ja, het vlees van die canard had nog wat rozer gemogen, wist Vandeursen, maar ter bescherming van de jury had ze het vuur nog wat langer laten opstaan. ‘Vilvoorde is immers sterk vervuild, en ik wil dat jullie zeker geen creutzfeld-jacob meets salmonella oplopen door te rauwe stadseend te eten,’ legde ze uit. Sympathiek!
Wat vonden we het minst smakelijk?
De oesters met kiwi hebben we al vermeld, dus gaan we voor een moment dat vooral uitblonk in cringe. De niet nader genoemde koffiesponsor van ‘Celebrity MasterChef’ was dit seizoen (in tegenstelling tot het vorige) nog amper aan bod gekomen, maar in de halve finale was het dan toch tijd voor het obligate koffiehoekmomentje. ‘Seg, wie een koffietje?’ vroeg Daphne Velge geforceerd terwijl de camera inzoomde op het logo van de sponsor. ‘Ik wil nog wel zo één met hazelnoot. Is dat er nog?’ Zal vast smaken, zo’n hazelnootkoffie, en al bij al duurde de viering van de sponsor nog geen 10 seconden, maar dat was al voldoende om de maag te doen keren.
Wat viel ons het meeste op?
Koen De Bouw gaf het programma tot nog toe niet bijzonder veel kleur – hij liet vooral zijn piekfijne gerechten spreken – maar daar kwam vandaag verandering in. Tijdens de eliminatieproef liet hij zich van een ietwat verrassende kant zien: de immer serene en gereserveerde acteur werd plots boos. Daar kwam geen geroep of getier bij kijken, wel binnensmonds gegrom en stoom uit de oren. Je zag de juryleden denken: stond ik nu maar veilig bij gemaskerde BV’s in plaats van in een keuken vol vlijmscherpe messen.
Nog kwam De Bouw met een opvallende ontboezeming: hij doet aan intermittent fasting. Voor en op de middag eet hij niets, of toch niets wat een verstandige mens een voedzame maaltijd zou noemen. Dat doet hij niet voor zijn slanke lijn, wel omdat hij anders zijn teksten vergeet, zo stelde hij.
Wat was de keukenwijsheid van de aflevering?
Tot grote ergernis van de jury slaagde Sarah Vandeursen erin om een prachtig stuk kabeljauw op haar aanrecht te laten verrotten, simpelweg omdat ze de in keukenpapier gewikkelde moot vis niet zag liggen. Haar verdediging? ‘Een keukenpapiertje kan maar twee dingen betekenen: vuiligheid, of een sponsje. Maar toch geen vis?’ Geen speld tussen te krijgen.
Wie won en wie viel er af?
Wij durven er intussen een nier op in te zetten dat Daphne Velge woensdag met de trofee aan de haal gaat. Ook nu stak het supertalent weer boven de concurrentie uit. Haar zalm uit de oven en haar pasta carbonara – een échte carbonara, jubelde de jury, zonder die vettige room maar met enkel de eieren als binding – waren alweer zo onberispelijk dat ze na de proef van Paternoster rechtstreeks naar de tribune mocht. Wie stopt haar nog?
De rest was dus gedoemd tot de eliminatieproef, die de jury voor de gelegenheid had omgedoopt tot ‘de moeder aller eliminatieproeven’. Nochtans leek de opdracht aanvankelijk simpel: maak een gerecht naar keuze in 35 minuten, met maximaal vijf ingrediënten (een extra ingrediënt kostte vijf minuten kooktijd).
Maar plots verscheen daar een addertje in het gras. Of beter: een zwarte mamba met een rothumeur. Enkele minuten ver riep de jury dat de kandidaten een keukeneiland moesten opschuiven, en dus aan de slag moesten met waar hun buurman of -vrouw al aan begonnen was. Die plottwist deed Koen De Bouw dus in een grommende mopperbeer veranderen – zijn gerecht lag immers al bijna klaar, ‘je kon het alleen nog maar verknoeien’ – maar hij moest tenminste niet beginnen te koken met vijf oesters, drie kiwi’s, twee limoenen, een blik kokosroom en toastbrood. Die eer was voor Bert Huysentruyt weggelegd. In de vuilbak met die kiwi’s en weer naar de winkel, zou je denken, maar Huysentruyt besloot door te zetten, als ‘ode aan Sarah’. Het hielp dat Sarah een aantal dingen in een schriftje had gekribbeld, zodat Bert toch enigszins wist waar ze naartoe wilde.
En ziedaar: hoewel Peter Goossens aan Berts aanrecht nog haast moest kokhalzen bij het proeven van de kokosroom, stond er uiteindelijk toch een iet of wat appetijtelijk gerecht voor de jury. Mét stukjes kiwi, maar die waren fijn genoeg gesneden om niet te sterk op te vallen.
Ironisch genoeg verging het Sarah Vandeursen minder goed. Ze had nochtans een ‘zo goed als klaar’ gerecht gekregen van Koen De Bouw, maar in de afwerking ging het mis. Ze vergat de saus met witte wijn te laten uitkoken, waardoor die volgens de jury veel te zuur smaakte, en ook haar blindheid voor Koens kabeljauwfilet leverde haar weinig punten op. Na een spannend parcours met een handvol bijna-exits was het dan toch echt zover: Sarah moest de schort aan de haak hangen, en mist de finale dus op een haar na.
Zelf had ze daar vrede mee, maar voor ons smaakte haar exit toch even zuur als haar mislukte saus. Niet alleen omdat haar alle verdienste voor haar gewaagd maar geslaagd oesters-met-kiwigerecht werd ontnomen, maar ook omdat ze dé smaakmaker van dit ‘MasterChef’-seizoen was. Dat ze de keuken al koprollend verliet, zette die stelling nog kracht bij. So long, Sarah!