De Dacia Sandero was vorig jaar de best verkochte auto in Europa, de Renault Clio vinden we op de tweede plaats terug. Het zijn niet toevallig auto’s van de Renault-groep. Betaalbare stadsauto’s is het segment waar Renault op focust, en deze twee modellen zijn daar een toonvoorbeeld van.

De Franse autobouwer heeft ook altijd vooropgelopen in innovatie. Zo kwam er vorig jaar een grote modelvernieuwing, waarvan de constructeur nu de vruchten plukt. Daarbij staan twee pijlers centraal: SUV’s en crossovers, en de elektrische transitie. “De R5 pikte in op het verleden, zoals Volkswagen gedaan heeft met zijn ID3”, legt freelance autojournalist Piet Andries uit. “Tegen alle trends in zag Renault zijn verkoop dan ook stijgen.”

Het merk heeft op dit moment nog een belangrijke troef in handen: het verkoopt bijna geen auto’s in de Verenigde Staten, waar een invoertarief van 25 procent van kracht is op buitenlandse wagens.

Andries: “Renault heeft de wereld opgedeeld, en is verschillende partnerschappen aangegaan met onder meer Nissan en Mitsubishi. De Renaults zelf worden verkocht in Europa, Nissan en Mitsubishi in Azië, en Dacia vooral in groeimarkten zoals India en Latijns-Amerika.”

Verguisde ex-CEO

Deze strategie is het geesteskind van voormalig CEO Carlos Ghosn. Andries: “Door de Japanse bedrijfscultuur was een fusie met Nissan zowat uitgesloten. Hij heeft het slim aangepakt door een samenwerkingsstructuur op te zetten, die minder verregaand was dan een volledige overname.” Deze strategie pakt nu geweldig uit voor Renault.

Met Ghosn gaat het intussen minder goed. Hij leidde de Renault-groep van 2008 tot 2018, toen hij in Japan in de gevangenis belandde wegens beschuldigingen van fraude. Zo zou hij allerlei uitgaven hebben gedaan via het bedrijf die eigenlijk voor privégebruik waren.

In Japan waren ze hem ook beu omdat hij een nogal tirannieke reputatie had. “Ze hebben een stok gevonden om hem te slaan”, zegt Andries.

Wat er daarna gebeurde, is voer voor een Hollywood-film. De Frans-Libanese zakenman, die aankeek tegen een lange gevangenisstraf, wist uit Japan te ontsnappen in een koffer voor muziekinstrumenten. Hij vluchtte naar Libanon, waar hij nu nog steeds verblijft.

Het was door zijn leiderschap dat Renault nu een andere belangrijke kaart kan uitspelen: elektrische wagens. Al in 2008 zette Ghosn in op elektrificatie, op hetzelfde moment als Elon Musk. Renault nam zo een voorsprong in een markt die de voorbije jaren steeds belangrijker werd. Andries: “Tijdens de financiële crisis wilde hij een opportuniteit vinden en dat waren elektrische wagens. Tesla heeft wel wat sneller kunnen schakelen, maar Renault hoort zeker bij de pioniers.”

Toen de elektrificatie een grote vaart begon te nemen in 2020, zette de nieuwe CEO Luca de Meo deze strategie verder. “Hij is een marketingman, die modellen als de de Renault 5 heel goed in de markt wist te zetten”, zegt Andries. “Ook is Renault bezig met een eigen laadnetwerk in Europa. In tegenstelling tot Fastnet of Eon doet het dat niet door peperdure grond langs de snelweg op te kopen voor nieuwe laadlocaties, maar via eigen dealers die vlak bij de autosnelweg liggen. Daar wordt een aantal laadpunten geïnstalleerd, waardoor ze heel wat kosten besparen. Ze hebben van de nood een deugd gemaakt.”

De gouden Dacia-formule

Dacia is momenteel de cashcow. Deze low-budgetauto’s maken gebruik van afgeschreven technologie van Renault. Andries: “Hierdoor zijn er niet veel investeringen nodig en kunnen deze auto’s tegen grote marges verkocht worden. Het is een gouden formule, die perfect lijkt te werken op de Europese markt.”

Dat Nissan het momenteel veel moeilijker heeft, is voor Renault niet zo’n groot probleem. Het zijn immers twee aparte bedrijven gebleven. Renault denkt er nu ernstig aan om zijn aandeel in Nissan te verkopen: momenteel heeft het nog maar 10 procent van de Japanse autobouwer in handen.

“Ik betwijfel of dat een goed idee is”, zegt Andries. “Om te kunnen overleven in de automobielsector moet je net aan schaalvergroting doen. Renault is momenteel veel te klein om op lange termijn rendabel te blijven. Vaak hoor je dat er in de hele wereld maar plaats is voor vijf grote autobedrijven. Dan zijn er sowieso samenwerkingen nodig.”

Renault wil zelf ook graag meedoen met de grote jongens - het staat met zijn 2 procent marktaandeel op globaal niveau pas op de vijftiende plaats. “Mijn ambitie is ervoor te zorgen dat Renault de finale van de Champions League kan spelen, omdat ik denk dat we de capaciteit en de middelen hebben”, liet een ambitieuze De Meo optekenen in de Financial Times.