Oké, eerlijk. Wat denkt u wanneer u een boek in handen krijgt dat als ondertitel heeft: ‘Amerika-Europa, 1933-1945’? Dat u vertrokken bent voor 566 pagina’s aan kurkdroog naslagwerk, toch? Zeker wanneer er daarna nog eens zo’n zestigtal pagina’s aan verantwoording en bibliografie volgen. De kans is groot dat u dan denkt: goh, de zon schijnt. Ik neem wel even iets lichters ter hand.
Wel, u dwaalt. Wisselwachter, de jongste worp van de Nederlandse schrijver, journalist en historicus Geert Mak (78) is weliswaar het uitvoerige en nauwkeurig gedocumenteerde relaas van hoe de relatie tussen Europa en de Verenigde Staten er ruim tachtig jaar geleden voor stond. Het is ook verrassend actueel, gezien het kantelpunt waarop de wereld zich vandaag bevindt, én een onvervalste pageturner. Vergeet de cover en u denkt een roman te lezen.
Maks ogen blinken wanneer we dat opmerken. “Er zit veel drama in verstopt, hè”, zegt hij. “Met name van die twee mannen die zich letterlijk hebben doodgewerkt. Franklin Roosevelt en Harry Hopkins werden allebei zieker en zieker. In Jalta (waar de geallieerden in 1945 de nieuwe wereldverhoudingen vastlegden, red.) konden ze in feite niet meer op hun benen staan. Roosevelt heeft het einde van de oorlog niet eens meer meegemaakt, in april 1945 is de Amerikaanse president ronduit bezweken. En negen maanden later was zijn rechterhand ook dood.”
Die laatste, Harry Lloyd Hopkins, is het eigenlijke hoofdpersonage van het boek. Hij is de wisselwachter. De man die, zoals een spoorwegmedewerker in pre-geautomatiseerde tijden de treinen letterlijk een andere kant uit deed rijden door de spoorwissels te verleggen, de geschiedenis een beslissende kant uitstuurde. Hij is de man zonder wie de New Deal, het programma dat de VS in de jaren 1930 economisch nieuw leven moest inblazen, misschien helemaal geen succes was geweest en zonder wie de Tweede Wereldoorlog hoogstwaarschijnlijk een ander verloop had gekend.
En toch kent zo goed als niemand hem. Hoe bent u bij Hopkins uitgekomen?
“Ik kwam hem per ongeluk tegen. Dat heb je soms, wanneer je met andere dingen bezig bent. In dit geval: Martha Gellhorn, de legendarische oorlogsverslaggeefster en waarschijnlijk beroemdste en beste journaliste van de 20ste eeuw. Toen ik me in haar leven verdiepte, kwam ik erachter dat ze in het begin van haar loopbaan in opdracht van het Witte Huis het hele land doorreisde om te kijken wat de New Deal concreet betekende voor de mensen. Wat ze zag, schreef ze op en stuurde ze naar ‘My dear Mr. Hopkins’.
“Jaren later kwam ik die Hopkins weer tegen, toen ik over Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef. In 1941 − Groot-Brittannië was toen al in oorlog maar Amerika was nog neutraal − stuurde Roosevelt een gezant naar Londen om eens uit te vissen wat voor man Winston Churchill eigenlijk was. Dat werd Harry Hopkins. Roosevelt wist dat hij vroeg of laat veel met Churchill te maken zou krijgen en het enige beeld dat de Amerikanen tot dan van hem hadden, was dat van een oorlogszuchtige zuipschuit.”
Het klikte wonderwel tussen Churchill en Hopkins.
“En of. Churchill de conservatieve aristocraat en Hopkins de progressieve gewezen maatschappelijk werker: het was liefde op het eerste gezicht. Churchill was zo blij dat Amerika uitgerekend hem had afgevaardigd; midden in de nacht maakte hij op de muziek die Hopkins meegebracht had rondedansjes van plezier met dat dikke lijf van hem. Toen ik dat las, dacht ik: die man is best bijzonder. Daar moet ik eens wat meer over lezen en uitzoeken.
“Een vijftal jaar geleden werd in Brussel volop over een Europese New Deal gepraat en ik dacht: ik wil weleens zien wat die werkelijke New Deal nu eigenlijk inhield. Hoe die Amerikanen het gefikst hebben om de potentie te zien in dat land dat echt op zijn rug lag, en hoe ze die potentie wakker gemaakt hebben.
“Hopkins heeft me bij de hand gepakt en door zijn tijd meegenomen. En zo belandden we ook in de Tweede Wereldoorlog en in situaties die soms erg aan vandaag doen denken. Dus eigenlijk werd het boek per ongeluk steeds actueler, al was dat nooit de bedoeling.”
Dat valt op: het boek gaat over tachtig jaar geleden, tegelijk lijkt de geschiedenis wel een spiegel voor de actualiteit vandaag.
(knikt) “Je leeft tijdens het schrijven van zo’n boek onder een stolp. Sinds 2020 ben ik hier intensief mee bezig geweest. Ik heb een tijdje in archieven in Georgetown in de VS doorgebracht en nog veel meer in mijn schrijfkamer in mijn Friese dorp. Dankzij het internet kun je dus perfect van daaruit ook archiefonderzoek doen. Daar zat ik dan, dag in, dag uit, helemaal verdiept in het leven in het Witte Huis van 1938 of 1942. Tot mijn vrouw me dan rond 17.30 uur uit mijn kamer kwam schoppen en zei: hallo, er is ook nog een gewoon leven.
“En ik moet zeggen, als ik dan mijn kop buitenstak, bleken de parallellen de laatste twee jaar angstaanjagend groot. Soms zijn ze er zelfs letterlijk.”
Zoals?
“Toen de oorlog in Oekraïne losbarstte, hield Joe Biden een toespraak. Hij zei: ‘Wij zijn het arsenaal van de democratie.’ Dat is een term die Roosevelt in 1942 gebruikte. Waarschijnlijk ontsproten aan de hand van Jean Monnet (de grondlegger van de Europese Unie, red.) of Harry Hopkins, een van de twee. Die toesprakenschrijvers van Biden kenden hun geschiedenis heel goed en ze gebruikten die exacte woorden niet voor niets. In het Witte Huis voelden ze op dat moment dezelfde sfeer als eind jaren 1930.”
De reactie is wel helemaal anders. In plaats van een toenadering zien we een verwijdering. Had u de clash tussen Europa en de VS zien aankomen?
“Op zich viel het te verwachten dat de VS Europa meer en meer zouden loslaten. De simpelste historische wet is ooit door ene Herbert Stein bedacht en die luidt: ‘If something cannot go on forever, it will stop.‘ Nou, dat geldt voor de Amerikaanse aanwezigheid in Europa in sterke mate. In 2004 vond twee derde van de Amerikanen nog dat Europa strategisch de allerbelangrijkste bondgenoot was. Tien jaar later vonden ze de Pacific (het zuiden en het oosten van Azië, red.) veel belangrijker.
“Trump en zijn fans hebben bovendien groot gelijk wanneer ze vinden dat Amerika niet eeuwig moet blijven betalen voor de verdediging van een rijk continent dat dat best zelf zou kunnen doen. We zijn niet meer in de jaren 40, Europa is niet meer noodlijdend. En toch moeten de VS, waar mensen in het binnenland vaak een keihard leven hebben, voor onze veiligheid opdraaien? Daar kunnen we echt wel zelf de middelen voor ophoesten. Dus dat daaraan een einde zou komen, was onvermijdelijk. ”
De vijandschap gaat vandaag nog verder dan dat.
“Precies. Trump, en zeker vicepresident Vance, hebben er een laag van enorme agressie bovenop gelegd. Het is algemeen bekend dat Trump elke veertig seconden een leugen uitbraakt, maar één ervan is zeker dat de Europeanen Amerika hebben uitgebuit. Dat is je reinste onzin.
“De Europese Unie is mede uitgevonden en gestimuleerd door Amerika, het was een vredesproject met een doel. Voor 1945 was Europa een continent waar elke generatie een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland plaatsvond. Een sterk en stabiel Europa zou een enorme afzetmarkt worden voor de VS. Amerika heeft tachtig jaar lang een gigantisch voordeel gehaald uit dat bondgenootschap met Europa. Er zijn onderwijl weleens wat dingen misgegaan, maar beide partijen hebben er veel baat bij gehad.”
Maar het heeft wel zijn beste tijd gehad?
“Op militair vlak? Daar mag Europa op eigen benen staan.
“Economisch is een heel andere zaak. Die tarievenoorlog die nu aan de gang is, is gewoon gebaseerd op een waanidee waarvan iedereen die een beetje verstand heeft van wereldeconomie zegt: dit is al geprobeerd. Aan het einde van de 19de eeuw, nog eens opnieuw in het begin van de jaren 30, telkens met desastreuze gevolgen.
“Het isolationisme was in de jaren 40 al achterhaald en is het dat tachtig jaar later natuurlijk helemaal. Onze 21ste-eeuwse wereld is volledig gebaseerd op productieketens die over alle landsgrenzen heen gaan. Dat is de reële economie.”
Wat bezielt Trump dan om toch een handelsoorlog te voeren?
“Het isolationisme van Trump vindt brede bijval bij heel wat bevolkingsgroepen omdat hij appelleert aan een sterk aanwezig gevoel: dat ze een eiland zijn, omgeven door twee oceanen, sterk van zichzelf en dat ze eigenlijk met niemand wat te maken hebben. Dat is exact wat George Washington eind 18de eeuw al in zijn laatste speech schreef: de VS moeten zich niet bemoeien met buitenlandse conflicten.
“Dat idee leefde nog zeer sterk in de jaren 1930. In 1940 was nog steeds 90 procent van de Amerikanen tegen een interventie in Europa. Het is de grote kracht van Roosevelt geweest dat hij dat isolationisme heeft weten te doorbreken. Dat is een lang en moeizaam gevecht geweest. Maar Trump heeft die geest van het isolationisme weer helemaal uit de fles getrokken. Militair én economisch.”
Als we iets uit de geschiedenis kunnen leren, dan wel dat enkele personen de wereld in een beslissende plooi kunnen leggen. Harry Hopkins was zo iemand. Wat maakt hem zo verschilmakend?
“Hij was de buddy van Franklin Roosevelt, hij was zijn ogen en oren. Door zijn polio kon de aan zijn benen verlamde Roosevelt nauwelijks zijn bed uit − zijn lijfknecht heeft uitgebreid beschreven wat een gedoe dat was om die grote, zware man daaruit te takelen. Hopkins daarentegen, die zwierf overal rond en kende alle sterke verhalen en roddels. Hij deed veel meer dan alleen maar naar Churchill en Stalin reizen om te kijken wat voor types het waren. Hij was Roosevelts politieke brug naar de rest van de wereld, maar ook zijn sociale.
“Daarnaast heeft hij een niet te onderschatten inhoudelijke inbreng gehad. Hij was de grote verantwoordelijke voor de succesvolle uitwerking van de New Deal. En ook tijdens WO II speelde hij een doorslaggevende rol.
“Wij denken altijd: Hitler kwam, dat bracht een boel ellende, maar toen landden die verenigde geallieerden in Normandië en ze maakten ons vrij en gelukkig. Nou, achter de schermen is dat helemaal niet zo simpel geweest. Die geallieerden waren enorm verdeeld, hadden allemaal andere belangen.”
U beschrijft zo een schitterende scène in een hotel in Casablanca in 1943, waar beslist werd wie de leider van het Franse verzet zou worden.
“In Frankrijk zat je op dat moment met twee rivaliserende generaals: De Gaulle en Giraud. Roosevelt slaagde er met hulp van Churchill in om hen beiden in Casablanca te krijgen – al geen sinecure, maar daarmee had je ze nog niet aan één tafel. Roosevelt pleegde in één kamer overleg met De Gaulle, Churchill in een andere met Giraud. Maar tijdens dat gesprek met De Gaulle zag Hopkins plots door het raam hoe Giraud afscheid nam van Churchill.
“En daar zie je het ontzettend slimme van Hopkins: hij had een feilloos politiek en menselijk inzicht en besefte perfect dat hij als de sodemieter moest ingrijpen. Hij rende naar buiten en wist de Franse generaal te overtuigen om te blijven én om een gesprek met zijn vieren te voeren: Churchill, Roosevelt, De Gaulle en Giraud. Een move van vitaal belang. Deze vergadering zou een halfjaar later effectief tot een fusie van het Franse verzet leiden.
“In de zomer van 1942 heb je net zo goed een extreem cruciaal moment gehad. De voltallige Amerikaanse legerleiding wilde Europa lossen en louter op een oorlog met Japan focussen. Pearl Harbor, weet je wel. Roosevelt en Hopkins stonden op dat moment helemaal alleen, maar zij hebben wel voet bij stuk gehouden. Roosevelt heeft met een dienstbevel de legerleiding tot de orde geroepen en gezegd: nee, we gaan door met Europa. Mocht Hopkins de president daarin niet gesteund hebben, dan hadden we wie weet tot 1950 kunnen wachten op die invasie van de geallieerden.”
U gaat ver in de beschrijving van de persoonlijke levens van Hopkins, de Roosevelts en hun secretaresses. Waarom vond u het belangrijk dat de lezer weet dat Hopkins affaires had en nooit de prijs voor The World’s Greatest Dad zou winnen?
“Omdat het levende figuren moesten zijn. Daarin verschilt dit boek, denk ik, van veel andere beschrijvingen van de onderhandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het gaat erg over de mensen, hun menselijke eigenschappen, hun manier van met elkaar omgaan. Omdat de menselijke relaties zo allesbepalend zijn.
“Wil je de Amerikaanse politiek en de internationale politiek uit die tijd begrijpen, dan moet je wel weten hoe er daar in het Witte Huis werd gepraat. Dan moet je de mensen kennen, dan moet je de menselijke kant van de onderhandelingen leren kennen. Dan moet je weten dat de verhouding tussen Roosevelt en zijn vrouw Eleanor zeldzaam gecompliceerd was, maar dat ze wel zijn geweten was. Dat zij degene was die vond dat hij moest ingrijpen tegen barbaarse praktijken in het zuiden van de VS en dat hij dan zuchtte: ‘Babs’, want zo noemde hij haar, ‘I need my votes’.
“Vandaag is dat allemaal niet anders: je wilt weten wat achter de muren van het Witte Huis gebeurt. En je wilt niet alleen weten wat er tijdens de officiële onderhandelingen wordt gezegd, maar vooral ook op de officieuze overlegmomenten.”
Ziet u vandaag iemand als Hopkins, iemand die de kalmte kan bewaren en de rede laten zegevieren?
“Heel deze situatie is de uitwas van een vrij simpele mentaliteit en het bewijs dat het de kliek rond Trump aan gezond verstand ontbreekt. Je moet goed beseffen: dat zijn allemaal vijfderangsfiguren. Als een clown alleen maar clowns om zich heen verzamelt, krijg je een circus. Dat is precies wat hier gebeurt.
“Het succes van Roosevelt was dat hij zich liet omringen door de beste denkers die hij maar kon vinden. Die beseften allemaal heel goed dat Amerika op weg was om een grootmacht te worden. Gek genoeg vonden Amerikanen dat in de jaren 30 zelf nog niet. Dat doet me denken aan de Europese Unie vandaag.”
Europa kan nu die grootmacht worden?
“Ik denk dat bij uitstek Europa uit de geschiedenis kan leren, ja.
“Wij kijken altijd terug naar de Europese jaren 30, maar de Amerikaanse jaren 30 waren minstens zo interessant. Omdat daar, in die zeldzaam troebele periode, de democratie juist wél is gered. De New Deal was immers − Roosevelt heeft het vaak gezegd − niet alleen een sociaal project maar minstens zo sterk een politiek project. De EU zou daaruit haar eigen lessen kunnen trekken, voor deze tijd.”
We hebben het er toch al jaren over hoe fel verzwakt Europa is?
“Maar in 1933 lag Amerika ook totaal op zijn rug. De ene bank na de andere ging op de fles, een derde van de beroepsbevolking was werkloos. Mensen leden honger. Het was crisis en toch zagen Roosevelt en de zijnen dat het land enorm veel potentieel had, dat ze met harde en directe maatregelen hebben aangesneden.
“Ze begonnen het geld dat naar sociale bijstand ging naar werkgelegenheidsprojecten te oriënteren: er werden parken aangelegd en duizenden scholen gebouwd. Er zijn vliegvelden, wegen en bruggen aangelegd. Er kwamen stuwdammen om stroom op te wekken. Het is verbijsterend wat er in die jaren is ontwikkeld. Ze hebben de mogelijkheden gezien en ze waren niet bang om geld uit te geven.”
Europa, trek die portemonnee maar open?
(knikt) “Europa heeft deze mogelijkheden óók. Wij hebben een hoogopgeleide bevolking, wij hebben zoveel kennis, zoveel techniek en grondstoffen. Alleen moet je er ook wat mee doen.
“Duitsland heeft dat heel goed begrepen. Die zuinige Duitsers zijn verdorie goed bezig. In één week maken ze 800 miljard euro vrij voor investeringen in defensie en infrastructuur. Dat is Roosevelt-achtig beleid. Dat is ook psychologisch enorm belangrijk: een lethargische sfeer onder de bevolking kan zo een enorme push krijgen.”
Ik voel een ‘maar’ komen.
“Er is een groot verschil. Amerika heeft een presidentieel systeem. Uiteindelijk is de president er een soort zonnekoning. Tot welke negatieve uitwassen dat kan leiden, bewijst Trump. Maar Roosevelt buitte die positie ook uit. Die kwam ook met een bombardement aan maatregelen en dat kon hij alleen maar omdat hij president was.
“De Europese Unie mist tot de dag van vandaag de structuur van een grootmacht om dit soort projecten op poten te zetten. Daarom moeten we dringend structurele hervormingen doorvoeren. Te beginnen met dat vetorecht, dat moet de komende jaren heel snel op de schop. Je kunt een economie niet besturen met 27 kapiteins aan het roer.
“Maar er is voor mij nog een levensbelangrijk punt. Ik ben het ermee eens dat we in een betere defensie moeten investeren, de sloten op de deur kunnen een pak steviger, vandaag kun je Europa zomaar binnen hobbelen. Maar ondertussen moeten we wel onze eigen democratie erg goed in de gaten houden, Martha Gellhorn indachtig. Zij zei na de Spaanse burgeroorlog terecht: het is niet het fascisme dat de democratie verslaat, de democratie gaat altijd aan zichzelf ten onder. Kijk naar Orbán in Hongarije. Het zijn niet Poetin en Trump die onze democratie naar de bliksem helpen, we zijn het zelf.”
Radicaal-rechts rukt in heel Europa op. Dreigen we dat te onderschatten door alles wat in de wereld gaande is?
“Ik vrees soms van wel. Kijk naar mijn eigen land. Hier zie ik een eeuwenoude bloeiende democratie opeens wegzakken. En dan heb ik het niet eens over de racistische ideeën van de partij die aan de macht is (de PVV van Geert Wilders, red.), maar over de pure incompetentie die we nu elke dag zien. Over het negeren van de rechterlijke macht, het praten over een nepparlement. Dat rukt op en dat is ontzettend gevaarlijk, want je raakt eraan gewend en binnen de kortste keren raak je er niet meer van af.
“Ik hoor in dit krenterige land dan ook weer mensen roepen: dat extra geld voor defensie moet ergens van komen, in ruil kunnen we dan wat minderen op sociale uitgaven en scholen. Maar zo verbreed je de voedingsbodem van die antidemocratische politiek alleen maar.
“Als we dan trouwens toch met de jaren 30 aan het vergelijken zijn: het grote verschil met extreemrechts toen en nu, is dat het in de vorige eeuw moderniseringsbewegingen waren. Het waren buitengewoon ellendige types, maar ze bouwden wel en ze deden dat heel efficiënt. Duitsland was in de jaren 30 een heel moderne natie. Charles Lindbergh (Amerikaans luchtvaartpionier, red.) viel van zijn stoel toen hij in de fabrieken van Hermann Göring mocht rondlopen. De architectuur van Mussolini was heel vernieuwend. Nu is extreemrechts een nostalgische beweging geworden. Iemand als Wilders, die levert helemaal niks, hè.
“Onlangs schreef een columnist: ‘Lees het sprookje van Andersen over de kleren van de keizer elke week een keer opnieuw. Dat is troostend. Want op een dag komt er een jongetje dat zegt: maar meneer Wilders heeft helemaal geen kleren aan! En dan stort dat hele kaartenhuis in elkaar.’ (lachje) Daar put ik nu hoop uit.”
Ziet u politici die u hoop geven?
“Dat is een hele moeilijke. Friedrich Merz (de toekomstige bondskanselier van Duitsland, red.) zie ik tot een heel belangrijk Europees leider uitgroeien. Omdat hij tijdens de kiescampagne en de onderhandelingen over een nieuwe Duitse regering de visie en de moed had om al zijn oude principes overboord te keilen. Hij besefte: dit is een noodsituatie. En dan dacht ik: daar staat een staatsman.
“Als we het over moreel leiderschap hebben, is het zoeken. De paus probeert een beetje. Over het homohuwelijk en abortus moet je het met hem natuurlijk niet hebben, maar over internationale politiek zegt hij in feite wijze dingen. De anderen van wie je zou verwachten dat ze moreel leiderschap hebben, die zijn nergens meer. In de VS zijn ze al helemaal ondergedoken, daar vecht alleen Bernie Sanders dapper door. En hier heeft Emmanuel Macron het toch wel verprutst door die vervroegde verkiezingen uit te roepen.
“Dus ik zeg: Macron wil het zijn, Merz kan het weleens worden. En even afwachten wat de Britten zullen doen, want die zie ik toch ook weer snel richting EU groeien.”
Het valt op dat u het over nationale leiders hebt. Ursula von der Leyen is niet de staatsvrouw die Europa dat nieuwe elan kan geven?
“Nou, ik zie haar wel in haar rol groeien. Haar probleem is vooral dat ze Duitse is en in Duitsland is het totaal taboe om kritisch te zijn over Israël, wat ze ook uitvreten. Dus over alles wat in Gaza gebeurt, houdt ze haar mond. Dat wordt in de rest van de wereld goed opgemerkt en dat verzwakt absoluut onze morele positie. En die was best sterk, hoor, maar ze zakt langzaam weg in deze schanddaad.”
U klinkt best hoopvol, vind ik, hoewel de kranten vol staan met berichten over een recessie en het einde van de wereldorde. Is dat dan overdreven paniekzaaierij?
(stellig) “O nee. Er komt een recessie en het einde van deze wereldorde voltrekt zich absoluut op dit moment voor onze ogen. Heel die wereldorde waar Roosevelt en de zijnen zo hard voor gewerkt hebben, wordt door mensen die hun geschiedenis niet kennen met een zelden geziene luchthartigheid door het raam gegooid.”
Misschien is het naiëf, maar het einde van een wereldorde hoeft toch niet per definitie slecht te zijn? Zoals u al zei: niets is voor eeuwig, dan komt er een andere en wie weet een betere?
“Het kan. Maar het enige wat we zeker weten, is dat er nu een periode van grote chaos aanbreekt. Wij zijn dat niet gewoon. Wij wonen hier in Europa op dat enige stukje in de wereld waar mensen niet gewend zijn aan onzekerheid. Zelfs een zucht verderop, in Turkije, kan ineens een staatsgreep plaatsvinden.
“Je kunt alleen maar zeggen dat Europa nu strak zijn eigen lijn moet volgen, in coalitie met het Mondiale Zuiden en met China. Die drie samen kunnen hopelijk stabiele handelssituaties uitbouwen en een tegenwicht bieden.”
Met zijn allen tegen Amerika?
“Zoiets, ja. Het zou best weleens kunnen. In feite is het al aan het gebeuren, kijk naar het innige bezoek van de Spaanse premier aan de Chinese president Xi. Het is een ontwikkeling die voor de hand ligt. Amerika heette altijd de standaardmacht te zijn, de supermacht die de toon zette. Maar opeens is dat voorbij. Europa kan die nieuwe standaardmacht worden, samen met China en het Mondiale Zuiden. Maar sowieso gaan we nu eerst door een heel warrige fase.”
U wordt volgend jaar 80. U hebt de beste periode in de wereldgeschiedenis meegemaakt?
“Heel zeker. Mijn hele generatie mag zich in de handen wrijven, wij hebben een fantastische tijd gehad. Maar juist daarom voelen wij de alarmbellen nu keihard in ons lijf rinkelen. Juist daarom wilde ook mijn vrouw overigens absoluut dat dit boek geschreven zou worden. Ze vond dat erg nodig en heeft overal meegereisd en meegedacht.
“Ik ben geboren in 1946, ik heb de oorlog niet meegemaakt, maar wij zijn er wel van doordrongen opgevoed. Het is niet toevallig dat mijn generatie mensen nog ongeruster is dan andere. Dat er in Nederland geen 250.000 mensen op straat komen wanneer Wilders aan de macht komt, ik wijt dat aan een falend onderwijs. Geef weer deftige geschiedenisles. Want de geschiedenis herhaalt zich niet, maar ze rijmt wel. Daarom blijf ik ook schrijven: we moeten wat we weten naar andere generaties overdragen. En het beste hopen.”
Geert Mak, Wisselwachter, Atlas Contact, 624p., 36, 99 euro
Skip the extension — just come straight here.
We’ve built a fast, permanent tool you can bookmark and use anytime.
Go To Paywall Unblock Tool