Het boek van Caroline De Mulder kwam vorig jaar in het Frans uit als ‘La pouponnière d’Himmler’, de broedkamer van Himmler. Heinrich Himmler, leider van de SS, was in de jaren 30 de architect van de Holocaust, maar hij was ook het brein achter het Lebensborn-project, dat in heel Europa kinderen met blond haar en blauwe ogen liet verwekken – een kweekbatterij van toekomstige SS’ers. Himmler was, met andere woorden, God op aarde. Hij schiep en vernietigde het leven naar eigen inzicht. ‘Dat is geen toeval,’ zegt De Mulder. ‘De vernietiging van onzuivere elementen en de kweek van superbaby’s zijn twee kanten van dezelfde medaille: een obsessie met zuiver bloed.’
Het boek van De Mulder is intussen dertien keer vertaald. De schrijfster, een Gentse van geboorte, is blij dat het nu ook in het Nederlands verschijnt: ‘Zo kan mijn familie ook eens lezen wat ik schrijf.’ De Mulder, die intussen in Brussel woont, geeft het interview in vlekkeloos Nederlands.
HUMO U bent de eerste in tachtig jaar die zich aan een roman over Lebensborn waagt. Waarom heeft het zo lang geduurd?
CAROLINE DE MULDER «Er heeft lang een taboe gerust op de kinderen die in de Heimen, nazimoederhuizen, zijn verwekt. Na de oorlog zijn ze ontzettend slecht behandeld: ze werden niet als slachtoffers beschouwd maar als achtergebleven vertegenwoordigers van de SS. De meesten onder hen hebben een tragische levensloop gekend. Pas nu, op het moment dat ze dreigen te verdwijnen, kan er eindelijk over hen worden gesproken.
»Lebensborn was een Europees project. Je had een tiental moederhuizen in Duitsland, een tiental in Noorwegen, en voor de rest had je er zo’n beetje overal: één in Frankrijk, één in Polen, één in Nederland, twee in België (het kasteel van Wégimont bij Luik en kort ook een landgoed in Wolvertem, red.). De rechten voor de vertaling van het boek zijn in bijna al die landen verkocht, behalve in de landen waar Lebensborn het grootst was: Duitsland en Noorwegen. Daar is het taboe kennelijk ook het grootst. Zeker in Noorwegen ligt het gevoelig. De SS stuurde indertijd zijn officieren met vakantie naar daar met de opdracht kinderen te verwekken. Noren waren, volgens Himmler, de top van het arische ras.»
HUMO Vikingen.
DE MULDER (knikt) «Later werden die baby’s naar Duitsland overgebracht. Met de moeders, als ze wilden. Zonder, als ze niet wilden. Het was de Duitsers te doen om raszuivere kinderen die in de grote SS-gemeenschap werden opgenomen. De kinderen waren het eigendom van de staat.»
HUMO Een opmerkelijke statistiek: de meeste Lebensborn-kinderen komen uit Noorwegen. Twaalfduizend.
DE MULDER «En Noorwegen is geen dichtbevolkt land. In 1940 had je amper drie miljoen Noren. Ze liepen daar dus in de kijker. Het levende bewijs dat veel Noorse vrouwen tijdens de oorlog in de fout waren gegaan.»
HUMO Frida van ABBA is het bekendste Lebensborn-kind. Op haar 2de is ze met haar moeder naar Zweden gevlucht.
DE MULDER (knikt)
HUMO Wat maakte de SS zo geschikt om er een exclusief voortplantingsprogramma aan te koppelen?
DE MULDER «Raskenmerken. SS’ers werden streng gerekruteerd op uiterlijke kenmerken. Dat gold ook voor de moeders: ze moesten niet alleen blond zijn en blauwe ogen hebben, ze werden ook van kop tot teen gemeten. Alles moest kloppen: de lengte van de neus, de afstand tussen mond en neus, de schedelvorm, de textuur van het haar – op basis van 21 criteria werden vrouwen beoordeeld en onderverdeeld in categorieën. Het idee was: een goede fysiek gaat gepaard met een edel karakter. Een echte arische vrouw laat haar kind niet in de steek.»
HUMO Een arische man blijkbaar wel.
DE MULDER «Een Kindesvater was in de eerste plaats een verwekker, een man met het juiste genetische materiaal, een SS’er. Hij hoefde niet met de moeder te trouwen, het was wel wenselijk dat hij het kind erkende. SS’ers werden ertoe aangespoord zoveel mogelijk kinderen te verwekken, bij hun eigen vrouw, maar ook bij andere vrouwen: het goede bloed moest zo wijd mogelijk worden verspreid. Getrouwde vrouwen werden níét aangespoord om ook elders kinderen te verwekken. Zij moesten trouw zijn.
»In de moederhuizen had je getrouwde vrouwen die vrijwillig voor een verblijf daar kozen omdat ze er goed werden verzorgd: tot diep in de oorlog hadden ze voldoende te eten. Maar je had net zo goed ongetrouwde vrouwen die daar hun zwangerschap verborgen hielden en na de geboorte naar hun familie terugkeerden alsof er niets was gebeurd. Bij de geboorte hadden ze de keuze: ze konden hun kind ter adoptie afstaan of meenemen.
»Himmler zei: ‘Elke moeder is heilig.’ In principe maakte het niet uit of je een echtelijk of buitenechtelijk kind droeg, alle kinderen waren gelijk voor de wet, door hun aderen stroomde hetzelfde goede bloed. Maar de vrouwen zelf dachten daar helemaal anders over. Voor je status in het Heim was het veel beter getrouwd te zijn met een vader die SS-officier was. Getrouwde vrouwen keken neer op niet-getrouwde vrouwen. Dat waren sletten in hun ogen.»
HUMO Het oorspronkelijke plan van Himmler was: 120 miljoen nieuwe Duitsers produceren. Uiteindelijk zijn het er twintigduizend geworden. Dat zijn, in economische termen uitgedrukt, tegenvallende cijfers.
DE MULDER «Een leger van superbaby’s op de been brengen vergt tijd. Alleen al een zwangerschap duurt negen maanden. Toen bleek dat het niet zo vlot liep als gepland, zijn de nazi’s in het buitenland kinderen gaan kidnappen. Zo’n tweehonderdduizend baby’s hebben ze ontvoerd en verduitst, vanuit het idee dat die hummeltjes te jong waren om zich daar achteraf iets van te herinneren: ‘We kneden ze naar eigen goeddunken.’ Die kinderen werden, op grond van hun fysieke kenmerken, ook ingedeeld in categorieën. Degenen die in de slechtste categorieën zaten, werden als vergissingen beschouwd. Ze werden gesteriliseerd of naar een concentratiekamp gestuurd. Of ze werden ingezet als werkkrachten.»
HUMO Het was, schrijft u, een religie van het bloed.
DE MULDER «Het was als een sekte: een gemeenschap van mensen die precies hetzelfde dachten. De Lebensborn-instituten hebben lange tijd een slechte reputatie gehad. Ze werden beschouwd als bordelen. Dat waren ze dus allesbehalve: het waren strenge pensionaten met strakke uurroosters en een heel kil programma. Na de geboorte werd een baby niet eventjes op zijn moeder gelegd – daar was allemaal geen tijd voor: een baby werd gewassen, ingebakerd en meteen in zijn wiegje gelegd. Hygiëne voor alles. Het was een vrouwenwereld met een dokter aan het hoofd.
»In de Arolsenarchieven (het internationaal documentatiecentrum voor de nazivervolging, red.) kun je de correspondentie inkijken tussen de dokter van Heim Hochland, Gregor Ebner, en Heinrich Himmler. Dat is leerrijk. Himmler was geobsedeerd door het welzijn van de vrouwen: hij besliste in hoogsteigen persoon wat ze als ontbijt of middagmaal kregen. Dezelfde man die met barse stem en ijzige blik doorheen een concentratiekamp liep, was helemaal van slag als hij vernam dat één van de kinderen van de vrouwen aan een longontsteking was overleden. Hoe kon zoiets in zíjn Heim? Tot het allerlaatste moment gaf hij vrouwen persoonlijk advies over hoe ze aan een man konden komen of zich laten bevruchten. Hij was bezeten van het idee er nog wat SS’ertjes bij te maken. Maar dat had dus niets met losbandigheid te maken. Himmler verstuurde omzendbrieven waarin hij vrouwen verbood zich op te maken. Een echte Duitse vrouw had geen schmink nodig (lacht).
»Het leven in de moederhuizen was niet bepaald opwindend. De vrouwen sneden groenten gedurende enkele uren per dag, ze hingen luiers op, ze maakten een wandeling en ze haakten babykleertjes. Dat was het zo ongeveer. Daarnaast was er nog het ideologische luik van het programma: ’s avonds luisterden ze met z’n allen gezellig naar de laatste toespraak van Joseph Goebbels op de radio of ze woonden een voordracht bij over ‘Mein Kampf’, het boek van Adolf Hitler. Het was een dystopie. Een instrumentalisatie van de vrouwenbuik, een kinderfabriek.
»Nu, je kunt die vrouwen niet uitsluitend als slachtoffers zien. Velen onder hen waren blíj dat ze werden geselecteerd. Ongeveer iedereen stierf van de honger op dat moment, maar zij niet: zij genoten van de voordelen van een verblijf in het Heim. Het waren welwillende slachtoffers.»
HUMO Slachtofferschap is niet zwart-wit?
DE MULDER «Ik hou niet van het woord ‘slachtoffer’. De enige slachtoffers in het boek zijn de kinderen die na de oorlog slecht zijn behandeld. De vrouwen zelf hebben er deels voor gekozen.»
HUMO Ze zijn ook geëxploiteerd.
DE MULDER «Ze wílden ook geëxploiteerd worden. Ze hebben toch maar mooi meegedaan.»
HUMO Hadden ze een keuze?
DE MULDER «Hadden de piepjonge SS’ertjes die naar het Oostfront zijn gestuurd een keuze? Zijn dat ook allemaal slachtoffers? Het woord ‘slachtoffer’ is in de mode tegenwoordig. Iedereen is wel ergens slachtoffer van. Ik kan daar niet meer tegen (lacht). Het is niet alleen de schuld van een stel sadistische kampbeulen, wier gedrag we inmiddels tot in de kleinste details kennen, dat de onvoorstelbare gruwel van de Tweede Wereldoorlog heeft kunnen plaatsvinden. De massa heeft daarin ook een rol gespeeld, gewone mensen met een ontwikkeld geweten die allemaal hebben meegedaan. Goed en kwaad is niet wit of zwart. Er zit veel grijs tussen. Hoe is het anders te verklaren dat al die gewone mensen zo’n afschuwelijk systeem mogelijk hebben gemaakt?»
HUMO Zegt u het maar.
DE MULDER (hoofdschuddend) «We zijn kuddedieren, hè. De druk van de groep is groot. Het is niet makkelijk om alleen te gaan staan.»
HUMO Het motto van uw boek komt van Robert Merle: ‘Ik hoef me niet bezig te houden met wat ik denk. Gehoorzamen, dat is mijn taak.’
DE MULDER «Dat zegt het hoofdpersonage, dat is geïnspireerd op Rudolf Höss, de kampcommandant van Auschwitz, in een boek van Robert Merle. Ook na de oorlog houdt Höss vol dat hij niets verkeerds heeft gedaan: hij heeft alleen gehoorzaamd. Hij heeft zelf zijn memoires geschreven. Zijn laatste zin is: ‘Ik heb ook een hart.’ Bij de meeste mensen valt het verantwoordelijkheidsgevoel weg zodra ze iemand boven zich hebben staan.»
HUMO Marek, een Poolse krijgsgevangene in uw boek, benadrukt dat je altijd een keuze hebt. ‘Mensen die ‘Ik had geen keus’ zeggen, hebben de makkelijkste weg gekozen.’
DE MULDER «Marek is in het verzet gegaan en heeft zijn vrouw en ongeboren kind in gevaar gebracht. Hij had ook een brave hendrik kunnen zijn, maar hij heeft voor de moeilijkste weg gekozen.»
HUMO Hebben we altijd een keuze?
DE MULDER «Ja, maar sommige keuzes zijn moeilijk (lacht). Je hebt je lot grotendeels in handen, maar je hebt niet altijd de kracht of het besef. We maken te vaak keuzes uit paniek.»
HUMO Helga, de toegewijde verpleegster van het moederhuis, is het intrigerendste personage: zij evolueert in haar denken. Ze gaat pas twijfelen als ze ziet dat de kleine Jürgen wordt geëuthanaseerd.
DE MULDER «Jürgen heeft echt bestaan. Als in de nazidocumenten stond ‘Gestorven aan longaandoening’, betekende dat in werkelijkheid ‘Geëuthanaseerd’. Het was een code. ‘Een gestoord kind’ dat niet voldeed aan de eisen van het superieure ras, lieten de nazi’s met morfine inslapen. Na de dood van Jürgen kantelt Helga. Tot dan kon ze zichzelf voorhouden dat ze het goede deed: ze was in de weer met kinderen, ze zorgde voor vrouwen – wie kan daarop tegen zijn? Maar opeens geeft ze zich rekenschap van de hele opzet van de moederhuizen. Ze zíét de gevolgen van wat ze doet.
»In het Frans zeggen we: il n’est pire aveugle que celui qui ne veut pas voir, niemand is meer verblind dan wie het niet wil zien. Vandaar ook dat bekende zinnetje: ‘Wir haben es nicht gewusst.’ Dokter Ebner was er na het proces van Neurenberg en zijn gevangenisstraf van twee jaar nog altijd van overtuigd dat hij het goede had gedaan.»
HUMO Dokter Ebner, die zijn werkelijke naam in het boek behoudt, is op het einde een held wanneer hij de Amerikaanse soldaat die hem wil executeren recht in de ogen kijkt.
DE MULDER «Dokter Ebner is dapper. Hij blijft, als enige man, op post als de Amerikanen Heim Hochland innemen in het volle besef dat hij wellicht zal worden afgemaakt. Zo is het ook in werkelijkheid gegaan: de kapitein verliet het zinkende schip niet.»
HUMO Een foute dokter gedraagt zich heldhaftig en uw heldinnen, Renée en Helga, zijn problematisch. Uw boek is verwarrend, mevrouw De Mulder.
DE MULDER «Geen enkel personage is zuiver op de graat (lacht). Niemand is dat. Het grijze zit in elk van ons, al zouden we zo graag helemaal wit zijn. We zitten allemaal op een glijdende schaal tussen wit en zwart.»
HUMO Heeft het zin om naar wit te streven?
DE MULDER «Het is gevaarlijk. Onder invloed van de tijdgeest of de heersende ideologie kan wit opeens zwart worden. Daarvan moet je je bewust zijn. Je strééft naar wit omdat je nooit helemaal zeker weet wat wit is. De werkelijkheid is grijs, maar dat verdragen we niet meer. We kunnen geen genuanceerde discussie meer aan over welk onderwerp dan ook. Je wordt geacht meteen positie te kiezen.»
HUMO In uw vorige roman ‘Bambi lust je rauw’, over de ruwe zeden van meisjesbendes, bracht u de nuance aan dat ook vrouwen gewelddadig zijn.
DE MULDER «Ik was het zo beu dat een vrouw altijd als slachtoffer wordt opgevoerd. Als een zwak ding dat niet nee kan zeggen. Ik geloof het verhaal niet dat de politiek beter af zou zijn als vrouwen de macht in handen zouden hebben. Vrouwen zijn net zo goed gewelddadig – ze zijn niet beter of slechter dan mannen.»
HUMO ‘Alsof vrouwen niet nee kunnen zeggen,’ zegt u. Kunnen de meeste vrouwen dat?
DE MULDER (fel) «Tuurlijk kunnen ze dat.»
HUMO Is dat van recente aard?
DE MULDER «Nu alludeert u op de #MeToo-discussie. Heel wat vrouwen hebben zich laten misbruiken omdat er een voordeel aan vastzat. Actrices hadden een rol kunnen weigeren als ze wisten wat de prijs was. Dat is in elk geval sterker dan achteraf je beklag te doen. Je kunt ‘nee’ zeggen, maar je moet wel bereid zijn een rol te missen.»
HUMO Het blijft onrechtvaardig.
DE MULDER «Het gedrag van Harvey Weinstein is niet goed te praten, onder geen beding, maar vrouwen zijn meegegaan in zijn idee van misbruik. Ze hebben er ook van geprofiteerd. Ik wilde met ‘Bambi’ iets anders laten zien: een sterk vrouwelijk hoofdpersonage dat zich niet laat meeslepen en ‘nee’ zegt op haar manier. Maar Bambi is wel fout.»
HUMO Trekt dat u aan in personages: ze moeten ook een beetje fout zijn?
DE MULDER (lacht) «On ne fait pas de bons romans avec de bons sentiments. Met alleen maar goede mensen schrijf je geen goed boek.»
HUMO Het is technisch interessanter?
DE MULDER «En filosofisch. Waarom is fout zo fout?»
HUMO U schrijft voor de gereputeerde Franse uitgever Gallimard. Noemt u zichzelf een Belgische auteur?
DE MULDER «In dit land noemen Nederlandstalige auteurs zich doorgaans Vlaamse schrijvers, en Franstalige auteurs Belgische schrijvers. Ik beschouw mezelf als een beetje van alles (lacht). Ik ben een Vlaamse schrijfster – mijn hele familie woont in Vlaanderen – maar ook een Belgische én een Franse schrijfster. Frankrijk is mijn tweede land. Ik ben overal thuis.»
HUMO U sprak Nederlands thuis.
DE MULDER «Ik spreek Nederlands met mijn ouders én mijn kinderen. Ik wil dat ze echt tweetalig zijn. Dat is zo verrijkend voor mij.»
HUMO Zou u anders schrijven als u niet tweetalig was?
DE MULDER «Absoluut, ik zit voortdurend in twee verschillende universums met eigen uitdrukkingen en een eigen manier om naar de dingen te kijken. Ik vertaal de hele tijd in mijn hoofd. Zelfs de woordvolgorde van mijn zinnen is anders door mijn tweetaligheid. Zeg nu zelf: een zin die met een werkwoord begint, is toch helemaal anders dan een zin die met een onderwerp begint?»
HUMO De meeste mensen schrijven in hun thuistaal. U niet.
DE MULDER «Omdat ik heb leren lezen en schrijven in het Frans. Het schrijven wordt gevoed door het lezen. En ik ben op jonge leeftijd ontzettend veel beginnen te lezen. Intussen lees ik ook Nederlands – maar niet zo snel.»
HUMO Hebt u al eens geprobeerd in het Nederlands te schrijven?
DE MULDER «Ik schrijf Nederlands zonder fouten, maar het is houterig. In het Frans is schrijven makkelijker. Voormalig Nobelprijswinnaar Samuel Beckett, Engels- en Franstalig, wisselde af: hij schreef in de taal waarbij hij zich het minst op zijn gemak voelde. Als zijn Frans te dominant werd, schreef hij in het Engels, en vice versa. Maar zijn doel was om de taal te ontwrichten. Dat is niet het mijne: ik ben niet zo’n ontwrichter (lacht).»
HUMO Bent u, als Franstalige Belgische, in Frankrijk één van hen?
DE MULDER «Het enige wat er in Frankrijk toe doet, is dat je bij een Franse uitgever zit. Als dat het geval is, mag je zijn wie je wilt. Boeken van Franstalige Belgische uitgevers raken niet over de grens.»
HUMO Dat geldt ook voor boeken van Vlaamse uitgevers in Nederland.
DE MULDER «We hebben allebei dominante buren waartussen we gesqueezed zitten. Zowel Vlamingen als Walen moeten over de grens worden uitgegeven om te bestaan. En om als Franstalige in Vlaanderen te bestaan moet je ook nog eens in het Nederlands worden vertaald. Het is complex (lacht).»
HUMO Welke Franstalige Belgische auteur, behalve Amélie Nothomb, heeft succes in het Nederlands?
DE MULDER «Adeline Dieudonné misschien?»
HUMO Connais pas.
DE MULDER «Aan deze kant van de taalgrens is het net hetzelfde: Stefan Hertmans is een klein beetje bekend omdat hij ook in het Frans wordt uitgegeven. (Zucht) En dan heb je nog het beleid dat het laat afweten: Franstaligen worden niet aangemoedigd Nederlands te leren. In Wallonië is het Nederlands zelfs niet meer verplicht als tweede taal. Kinderen hebben de keuze tussen Nederlands of Engels. Wat denkt u dat ze kiezen? Sorry, maar dat hou je toch niet voor mogelijk in een tweetalig land? Valérie Glatigny (MR), Frans Gemeenschapsminister van Onderwijs, wil daar nu op terugkomen maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan: we hebben een tekort aan leerkrachten Nederlands. En weet u hoe dat dan weer komt? Omdat mensen zoals ik, docent aan de universiteit van Namen (Franse literatuur, red.), geen les zouden mogen geven op een Waalse middelbare school. Ik heb mijn diploma aggregatie namelijk behaald aan de universiteit van Gent. Gent is Vlaanderen. En een Vlaams diploma is niet geldig in Wallonië. Is dat niet ongelofelijk? (Boos) En nu hebben ze ook nog eens de schoolvakanties in Vlaanderen en Wallonië uit elkaar gehaald. De domste zet ooit! Ik heb kinderen die naar Frans- en Nederlandstalige scholen gaan. Het gevolg is dat wij nooit meer samen vakantie hebben. En veel Brusselaars zijn in dat geval.»
HUMO Hoeveel Vlaanderen zit er nog in u?
DE MULDER «Veel Gent in elk geval. Daarom was ik zo blij dat ‘Bambi eet je rauw’ in het Nederlands werd vertaald. Mijn hele familie, met uitzondering van mijn ouders, spreekt Nederlands. Ze hadden nog nooit een boek van me gelezen. Maar ook met ‘Bambi’ is dat niet gelukt, vrees ik: het was nogal trash (lacht).»
HUMO Is Gent anders dan Brussel?
DE MULDER «Ik heb magische herinneringen aan Gent: ik associeer de stad met mijn vroegste kinderjaren, met uitstapjes met oma naar het Citadelpark en Sint-Amandsberg. Later, als jongvolwassene, ben ik opnieuw in Gent gaan studeren. Ik had geen zin in Louvain-la-Neuve, een skidorp zonder sneeuw. In mijn la heb ik zelfs een onafgewerkte roman over Gent liggen. Hij zal daar nog even blijven: ik ben nu met iets anders bezig.»
HUMO Waarmee dan?
DE MULDER «Een boek over preppers in een einde-van-de-wereldsfeer.»
HUMO Is dit boek, ‘Heim’, ook een waarschuwing?
DE MULDER «Tussen haakjes: ‘Heim’ was mijn oorspronkelijke titel. Heim is niet alleen de naam van al die moederhuizen maar ook Duits voor ‘thuis’. Alle personages zijn door de oorlog ontworteld: ze zijn op zoek naar hun thuis. Alleen, mijn Franse uitgever vond het niet geschikt. Franse lezers zouden op een Duitse titel afknappen, dacht hij. En dus werd het ‘De broedkamer van Himmler’.»
HUMO Iets commerciëler.
DE MULDER «Voor mij is het te documentair. Mijn mama daarentegen was ontgoocheld toen ze de Nederlandse vertaling zag: ‘Jammer dat Himmler niet meer in de titel staat: dat slaat aan (lacht).’ Maar goed, wat bedoelt u juist met ‘een waarschuwing’?»
HUMO Veel mensen zijn ervan overtuigd dat we opnieuw diep in de jaren 30 zitten.
DE MULDER «De parallellen met de jaren 30 zijn me te simplistisch. We zijn nooit over de Tweede Wereldoorlog heen gekomen. Dat blijft een trauma voor een groot deel van het Westen. We blijven de toestand in de wereld bekijken door het prisma van de oorlog: een foute politicus zal altijd wel ‘een tweede Hitler’ worden genoemd. Met dit boek heb ik willen laten zien dat het snel kan kantelen. Als gewone mensen toen een fout systeem konden installeren, kan dat nu nog altijd.»
HUMO Kan iedereen meemarcheren?
DE MULDER «Niet iedereen, een meerderheid, maar iedereen kan deel uitmaken van de meerderheid. Ook ikzelf, jazeker, al hoop ik dat ik de kracht zal hebben om te weerstaan. De waarheid is: je weet het niet van tevoren. Wat als er gevaar dreigt voor je kinderen: wie marcheert dan mee, wie zwijgt, wie gaat in het verzet? Hopelijk zullen we het nooit weten.»
Caroline De Mulder, ‘Heim’, De Bezige Bij
Skip the extension — just come straight here.
We’ve built a fast, permanent tool you can bookmark and use anytime.
Go To Paywall Unblock Tool