In vijandig klimaat moeten vakbonden tonen dat ze onmisbaar zijn


AI Summary Hide AI Generated Summary

Key Protests

The ACV and ABVV unions organized a joint general strike in Belgium, protesting government policies. The strike targets planned measures impacting pensions, unemployment benefits, and the employment of younger workers. The ACLVB did not participate.

Pension Concerns

The unions highlight the impact of the government's pension plans on women, who already receive 26% less in pension payments than men. Proposed changes make early retirement more difficult, affecting women disproportionately due to career breaks for childcare.

  • Increased required years of work for early retirement.
  • Reductions in the minimum pension for those without a full 45-year career.
  • Changes to the calculation of pension amounts.

The government's plan to reduce unemployment benefits to a maximum of two years, even for workers with a minimum five-year employment history, is another key concern. This will likely affect vulnerable populations, particularly those facing discrimination in the job market.

Other Concerns

The lack of emphasis on a just climate transition in the government's policies and the government's apparent willingness to trade off migrant rights for other social benefits are also points of contention.

The strike puts pressure on the Vooruit party, which must defend its place in a government that implemented what the ACV calls a 'destructive' policy.

A key battleground is the future of the artist's statute, which the MR party seeks to eliminate. The MR party's intention to impose stricter conditions on unemployment benefits for artists is seen as a significant attack on the social safety net.

The unions plan to use a double strategy: action and negotiation, but they face criticism for outdated public image and inefficient service delivery.

Sign in to unlock more AI features Sign in with Google

De christelijke vakbond ACV en de socialistische vakbond ABVV slaan vandaag (31/3) de handen in elkaar voor een algemene staking in zowel de privé- als in de openbare sector. Het ACLVB staakt deze keer niet mee. Op de vorige nationale actiedag in februari maakte de liberale werknemersorganisatie nog wel deel uit van het gemeenschappelijk vakbondsfront.

De vakbonden trekken vandaag naar Brussel om het op te nemen voor de werknemers. “De koopkracht zou toenemen en loopbanen zouden verbeteren”, klinkt het in een gezamenlijk pamflet. “Maar dat blijkt een illusie.” De nationale actiedag levert allicht hinder op in het onderwijs of bij het openbaar vervoer, maar de actie draait rond (geplande) regeringsmaatregelen die betrekking hebben op iedereen.

Om kritiek te pareren, zoals “vakbonden komen alleen op voor verworven rechten van oudere werknemers”, lanceerde ACV een Q&A. Het antwoord op de kritiek van verworven rechten verdedigen klinkt als volgt: “Het tegendeel is waar: het ACV ijvert voor oplossingen die ook voor de toekomst kwaliteitsvolle en werkbare jobs garanderen en goede socialezekerheidsrechten opbouwen voor de volgende generaties”.

In pamfletten wordt ook uitdrukkelijk gewezen op de gevolgen van het regeerakkoord voor jongeren. Werkgevers krijgen namelijk nog meer mogelijkheden om medewerkers deeltijds of flexibeler in te zetten, terwijl diezelfde werknemers wel geacht worden voltijds te werken om pensioen- en andere rechten op te bouwen. Werkloze jongeren kunnen dan wel sneller een uitkering krijgen, toch wordt die beperkt tot maximaal één jaar.

Pensioenen

In het gezamenlijk pamflet wordt vooral gefocust op de pensioenplannen van de Arizona-coalitie, met extra aandacht voor de impact op vrouwen. Het kernkabinet telt geen enkele vrouw en de vijftienkoppige Arizona-coalitie telt amper vier vrouwen: ook zij dreigen de dupe te worden van een viriele besparingsdrang. Dat tonen het regeerakkoord en de beleidsverklaring van minister van Pensioenen Jan Jambon (N-VA).  

Vanaf 2027 wordt een vervroegd pensioen moeilijker. Wie vanaf 60 jaar op pensioen wil, moet 42 jaar met minstens 234 gewerkte dagen achter de rug hebben. Die effectieve tewerkstelling is ook een factor voor de berekening van het pensioenbedrag. Maar er wordt geknipt in de gelijkgestelde periodes en het verhoogde minimumpensioen wordt verminderd voor wie geen volledige loopbaan van 45 (!) jaar heeft. 

Het is de vraag wie in de toekomst nog recht heeft op het ‘optrekken van de laagste pensioenen richting armoedegrens’. Momenteel ontvangen 905.000 gepensioneerden een gewaarborgd minimumpensioen. Van bijna vier op de tien gepensioneerden wordt hun rust- of overlevingspensioen tot dat minimum opgetrokken, zo blijkt uit cijfers van de Belgische Pensioendienst.  

Vrouwen

Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen analyseerde eind 2022 de genderverschillen in het Belgische pensioensysteem. Vrouwen ontvangen een pensioen dat gemiddeld 26% lager ligt dan mannen. “Het pensioen dat iemand ontvangt, is het resultaat van een complex samenspel van verschillende factoren, zoals arbeidsduur, inkomen, burgerlijke staat, de opname van zorgactiviteiten of andere individuele kenmerken”, brengen de onderzoekers in herinnering.

De vakbonden wijzen uitdrukkelijk op de negatieve gevolgen van het regeerakkoord voor jongeren

Zowat acht op de tien vrouwen komen niet aan een ‘volledige loopbaan’ van 45 gewerkte jaren. Het genderverschil tussen mannen en vrouwen bedraagt momenteel 3,5 (gewerkte en gelijkgestelde) jaar, zo blijkt uit de studie van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. 

“De gemiddelde loopbaanduur van mannen en vrouwen verschilt sterk omdat vrouwen vaker gebruik maken van zorgverlofstelsels om onbetaalde reproductieve arbeid op te nemen”, zegt Rosa, het kenniscentrum voor gender en feminisme in een analyse van het regeerakkoord. Een belangrijk element is de loonkloof, die gecorrigeerd naar arbeidsduur 7% bedraagt.

Onderzoekers suggereren dat een pensioenbonus voor mensen die kinderen hebben opgevoed een effectieve maatregel is om de pensioenkloof mee te dichten, wat trouwens in Frankrijk en Duitsland bestaat. De federale regering draait dat om. Wie niet aan 35 loopbaanjaren van 156 gewerkte dagen en 7.020 gewerkte uren komt, krijgt te maken met een pensioenmalus, zo staat in de beleidsverklaring van Jambon.

Concreet: 2% minder pensioen per jaar vervroegde uittrede vanaf 2026 en dat loopt op tot 4% vanaf 2030 en 5% vanaf 2040, zo verduidelijkt Jambon in zijn beleidsverklaring.

De regering-De Wever draait ook de logica achter de huwelijkscoĂ«fficiĂ«nt om, wat opnieuw vrouwen benadeelt. Gehuwde en wettelijk samenwonende koppels kunnen 30% van de beroepsinkomsten (maximaal 13.460 euro) van de meestverdienende echtgenoot fiscaal toekennen aan de echtgenoot die zeer weinig of geen beroepsinkomsten heeft. Dat krijgt een merkwaardig frame in het regeerakkoord. “Fiscaal loont het om als partner van iemand die werkt niet te gaan werken. Het huwelijksquotiĂ«nt zal gehalveerd worden voor niet-gepensioneerden tegen 2029.”

Werkloosheid beperken

Een tweede grote doorn in het oog van de vakbonden is een beperking van de werkloosheid in de tijd. De federale regering wil dat iemand die minstens vijf jaar werkte maximaal twee jaar werkloos kan zijn. Minister van Werk David Clarinval (MR) verwacht dat daardoor ongeveer 100.000 werklozen een uitkering verliezen. Dat zorgt voor ongerustheid bij OCMW’s, waar allicht nog vaker zal aangeklopt worden. Niet alleen het recht op uitkeringen, maar ook de hoogte zal afhankelijk worden van de loopbaan. 

De maatregel treft de meest kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. “De macro-economische benadering die stelt dat er ‘genoeg jobs zijn’ negeert structurele barriùres op de arbeidsmarkt”, zegt Caro Van der Schueren, adviseur arbeidsmarktbeleid, in een analyse voor de progressieve denktank Minerva. “Talloze onderzoeken tonen aan dat discriminatie op basis van leeftijd, migratieachtergrond of werkloosheidsduur een feit is.”

Bovendien wordt een mismatch tussen jobs en competenties, het structurele probleem van werkloosheid, afgewimpeld op individuele werkzoekenden. Cijfers van de VDAB tonen dat ruim 42% van de werkzoekenden laaggeschoold is en 34,7% middengeschoold. De afgelopen tien jaar daalde het aantal vacatures zonder specifieke studievereiste of maximaal tweede graad secundair onderwijs van 46% naar 27%. Het aantal vacatures voor hooggeschoolden (minimaal hoger beroepsonderwijs) steeg tussen 2014 en 2024 het sterkst (+132%). 

Het dominante narratief “werk is de beste bescherming tegen armoede” wordt genuanceerd door studies van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid en de POD Maatschappelijke Integratie. In 2024 bevond zich een op de vijf werkenden, in absolute aantallen 165.000 mensen, in een situatie van armoede. Dat zijn er ongeveer evenveel als het aantal werklozen dat in armoede leeft.

Werkende armoede beperkt zich overigens ook niet tot wie een ‘hamburgerjob’ heeft of als inpakker werkt. Of iemand alleenstaand is of in een gezin woont met meerdere verdieners is ook een cruciale factor. Onderliggend is het armoederisico wel groter bij werklozen dan bij werkenden, maar er zijn veel minder langdurig werklozen dan er werkenden zijn. 

Zieken

We hadden het nog niet over zieken. Hoewel de werkgelegenheidsgraad bij mannen nog steeds een stuk hoger ligt dan bij vrouwen (76,4% versus 68,8% eind 2023), zijn vrouwen sterk oververtegenwoordigd in de ziektestatistieken. Ruim 60% van de bijna 500.000 werknemers en werklozen die eind 2023 in invaliditeit was (minstens een jaar arbeidsongeschikt, red.), was een vrouw. Vooral onder bedienden is het verschil tussen mannen en vrouwen aanzienlijk: 139.115 vrouwelijke bedienden waren eind 2023 minstens een jaar arbeidsongeschikt tegenover 43.577 mannelijke bedienden.

De pensioenplannen van de regering-De Wever treffen vooral vrouwen, die het sowieso al met een kwart minder moeten doen

“De begeleiding en re-integratie van langdurig zieken is een van de belangrijkste werven van de komende regering”, zo staat in het regeerakkoord. Dat wordt een wortel-, maar vooral stokbeleid, zo blijkt uit een hele reeks bijzonder concrete maatregelen in de tekst. Zo zullen grieperige werknemers maar twee dagen per jaar thuis kunnen uitzieken zonder ziektebriefje, momenteel zijn dat er drie.

Het regeerakkoord voorziet voorts in financiĂ«le sancties voor administratieve vergetelheden of voor wie een arbeidsbemiddelaar mist of zelfs schorsingen voor wie zonder reden een afspraak met een arts mist. Let op het frame in de teksten: “Om een draaideureffect te vermijden in de ziekteverzekering zal wie recht heeft op dertig dagen gewaarborgd loon pas acht weken nadat hij of zij opnieuw ziek valt opnieuw aanspraak kunnen maken op dat recht”.

Quid klimaat?

De vakbonden komen op straat voor degelijke pensioenen en haalbare loopbanen, voor koopkracht en sterke openbare diensten. Een sociale rechtvaardige klimaattransitie wordt niet naar voor geschoven als actiepunt, terwijl vakbonden er wel rond degelijk werken.

De Klimaatcoalitie, een collectief van ruim honderd ngo’s, mutualiteiten, vakbonden en burgerbewegingen, zette het thema van een rechtvaardige klimaattransitie in 2019 op de politieke agenda. “Het hele concept van Just Transition komt trouwens uit de hoek van de vakbonden en die doen daar nog steeds veel werk rond”, zegt Yelter Bollen van Bond Beter Leefmilieu.

In het vorige federaal regeerakkoord (2020) werd een conferentie aangekondigd (en in 2023 uitgevoerd) rond rechtvaardige klimaattransitie “om de uitdagingen voor een inclusieve klimaattransitie op het vlak van werkgelegenheid, sociaal beleid, reskilling en economie aan te pakken”.

In het huidige regeerakkoord is klimaatbeleid doordesemd van het mantra ‘haalbaar en betaalbaar’ en van sociale rechtvaardigheid is geen spoor terug te vinden. “In het nieuwe regeerakkoord wordt niet over energie- of transportarmoede gesproken, hoogstens over het klimaatbeleid in overeenstemming brengen met de koopkracht. Dat is wat anders een rechtvaardige transitie nastreven”, stelt Bollen.

“Er is dus een enorme lacune en los van de afwezigheid in beleidsteksten moet die sociaal rechtvaardige transitie er nu wel komen. Rechtse partijen zeggen nochtans dat een klimaatbeleid sociaal moet zijn, maar we zien op het terrein dat er niets gebeurt.”

Nochtans dwingt Europa de lidstaten om errond te werken. Tegen juni moet de federale regering een sociaal klimaatplan indienen. De opbrengst van emissierechten zal besteed worden aan klimaat- en sociale maatregelen. “Ik hoop dat de milieubeweging en vakbonden kunnen meedenken hoe we klimaatinkomsten kunnen gebruiken om een rechtvaardige traditie te versnellen, zodat mensen in armoede bijvoorbeeld sneller van fossiele energie afkunnen”, zegt Bollen.

Asiel en migratie

In de ordewoorden voor de staking wordt niet gesproken over asiel en migratie, nochtans een hot issue in het actuele politieke debat. ABVV-voorzitter Bert Engelaar haalde begin februari nog snoeihard uit naar de socialistische onderhandelaars in de Arizona-coalitie. 

“Migratie is geen koopwaar”, schreef hij op Facebook toen de onderhandelingen de laatste rechte lijn ingingen. “Geen ruilmiddel. Geen vod waarmee je het tafelblad van de onderhandeling proper veegt. En toch lijkt het erop dat Vooruit bereid is om de rechten van migranten te verhandelen in ruil voor een klein beetje sociaaleconomische kruimels. Willen jullie echt in een regering stappen waar het discours van extreemrechts niet alleen wordt nagepraat, maar ook wordt omgezet in beleid? Waar mensen in precaire situaties nog verder gemarginaliseerd worden? Waar we ons sociaal model ondergraven door groepen tegen elkaar op te zetten?”

In de ordewoorden voor de staking wordt niet gesproken over asiel en migratie en ook niet over een sociale rechtvaardige klimaattransitie

De vakbonden hebben belang bij een goed georganiseerd migratiebeleid dat zo min mogelijk mensen in de illegaliteit duwt. Vele tienduizenden mensen zonder papieren werken nu in het zwart. Er zijn sectoren die niet kunnen overleven zonder deze schaduweconomie. Sociale dumping betekent concurrentie voor de georganiseerde arbeidersbeweging. De aanwezigheid van een grote groep mensen zonder papieren heeft een neerwaartse druk op de lonen.

Het zou dan ook logisch zijn dat de vakbonden campagne zouden voeren voor een regularisatiecampagne. Dat doen ze niet. Dat heeft ook te maken met de ideologische verschuivingen bij de eigen achterban. Steeds meer vakbondsafgevaardigden in bedrijven moeten enorm veel moeite doen om de xenofobie of vreemdelingenhaat bij de eigen leden te temperen of te kanaliseren. De tijd dat vakbondsleden alleen voor (centrum)linkse partijen stemden, is voorbij.

Kunstenaarsstatuut

De staking van vandaag zet vooral druk op Vooruit (en in mindere mate op CD&V en Les EngagĂ©s die nog banden hebben met de christelijke arbeidersbeweging). Als enige (centrum)linkse partij moet ze overeind blijven in een regering die het meest rechtse regeerakkoord sinds mensenheugenis afsloot. “Een afbraakregering”, heet het in het pamflet van het ACV.

De regering-De Wever moet werk maken van een meerjarenbegroting en daarvoor moet het heikele punt van de ‘rijkentaks’ (de meerwaardebelasting op aandelen) worden beslecht. Tijdens de regeringsonderhandelingen werden de krijtlijnen niet goed afgelijnd waardoor MR (met rugdekking van N-VA) ten strijde trekt om grote gaten in het voorgestelde systeem te schieten. Vooruit-voorzitter Conner Rousseau moet zich schrap zetten om de grootste rode trofee  - die in feite vooral een symbolische overwinning was - in het regeerakkoord overeind te houden.

Maar de tegenstanders zijn erg geslepen. Zo eist de MR dat het kunstenaarsstatuut, dat onder de vorige regering onder impuls van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) werd uitgewerkt, zou worden afgeschaft. Dat systeem zorgt ervoor dat kunstenaars, ondanks hun verbrokkelde carriĂšre met veel kortstondige opdrachten, toch kunnen stempelen (zonder een werkaanbieding te moeten aanvaarden buiten hun sector) en ook een pensioen kunnen opbouwen.

MR wil dat de algemene regel dat de werkloosheidsuitkering na twee jaar moet worden stopgezet, wordt doorgetrokken naar kunstenaars. Dat zou meteen het einde van het systeem betekenen.

Het voorstel is een oorlogsverklaring die bij Vooruit hard is aangekomen. De MR (en de N-VA die bij monde van voorzitter Bart De Wever al vaker brandhout maakte van het kunstenaarsstatuut) speelt hoog spel.

Als je de liberale ratio doortrekt naar andere sectoren dan zouden dokwerkers hun speciaal statuut kunnen verliezen. Ook zij kunnen rekenen op een uitkering wanneer ze geen werk hebben in het ‘kot’ (voortaan een digitaal recruteringskanaal waar havenarbeiders elke dag een job kunnen komen zoeken). Maar voor die laatste groep voorziet de MR in een uitzondering. Die kwam er op bevel van Bart De Wever die zich geen eeuwige staking in de haven op de hals wil halen.

Bij Vooruit worden ze nu gedwongen om het been stijf te houden in een dossier waarvoor heel weinig van hun kiezers warmlopen maar waar de groene oppositie wel op de loer ligt. De socialisten beseffen maar al te goed dat MR de prijs wil opdrijven en in ruil voor het behoud van het kunstenaarsstatuut een versoepeling van de meerwaardebelasting op aandelen zal eisen. “Een klotedossier”, is te horen bij Vooruit.

Opmerkelijk is wel dat MR tijdens de vorige legislatuur het kunstenaarsstatuut (voor zelfstandigen) nog als een blauwe overwinning framede.

Dubbele strategie

Deze algemene staking zal niet de laatste zijn. De vakbonden willen een dubbele strategie huldigen: actie voeren en overleg plegen. Ze moeten wel opboksen tegen een deel van de publieke opinie en de pers die stakingen zien als pesterijen. Treinen die niet rijden, vliegtuigen die niet vliegen, post die niet bedeeld wordt, scholen die dicht zijn: het zijn allemaal wrevelpunten die breeduit worden uitgesmeerd in alle journaals. Toch is er ook veel begrip voor de staking en lokten de recente vakbondsbetogingen massaal veel volk.

De vakbonden willen een dubbele strategie huldigen: actie voeren en overleg plegen

De vakbonden zijn zich ervan bewust dat ze een slecht imago hebben bij het publiek maar ze slagen er niet in (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de christelijke mutualiteit van voorzitter Luc Van Gorp) om zich te moderniseren.

Veel wordt verwacht van de flamboyante Bert Engelaar die met zijn no nonsense-aanpak wel beschikt over de X-factor waar het zijn voorgangers aan ontbrak. In het huidige medialandschap volstaat het niet langer om je dossiers te kennen en in stoere slogans te spreken. Je moet ook de wetten van TikTok en De Tafel van Gert volgen.

Vakbonden vormen in ons land nog steeds een indrukwekkende tegenmacht. Hoeveel miljoenen er in de stakerskassen zitten, is een groot geheim, maar het lijdt geen twijfel dat ze – indien nodig – van de stakingsgolf een ware uitputtingsslag kunnen maken.

Volgens L’Echo moeten ze in staat geacht worden om het maatschappelijke en economische leven minstens voor een maand stil te leggen. Dat is ongetwijfeld een onderschatting. De economische schade van één (algemene) stakingsdag wordt door Voka op 500 miljoen euro geschat. Dat is dan weer een overschatting, maar dat het om honderden miljoenen gaat, lijkt wel vast te staan.

Dit mag echter niet doen vergeten dat de vakbonden zelf ook onder druk staan. De subsidies die ze krijgen (om de uitkeringen van de werklozen te betalen), zijn (in 2016 nog goed voor 169 miljoen euro) niet voldoende om de kosten van die uitbetaling te dekken. De vorige regering paste het verlies een paar keer bij, maar het lijkt weinig waarschijnlijk dat deze regering dat ook zal doen.

De vakbonden kunnen nog wel een vuist maken, maar intern staan ze voor een enorme herstructurering met ontslagen en afvloeiingen. Dat heeft verregaande gevolgen voor de dagelijkse werking. Want naast een enorme tegenmacht die over het geweldige stakingswapen beschikt dat bedrijven en regeringen kan verontrusten, is een vakbond ook een dienstverlener. En daar loopt het serieus mis. Werklozen moeten soms maandenlang wachten op de uitkering waar ze recht op hebben.

Steeds meer mensen moeten bij het OCMW een voorschot op hun uitkering vragen. De federale ombudsman publiceerde daar onlangs een streng rapport over maar porde de overheid ook aan om de werkingsmiddelen van de vakbonden (en de neutrale Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen) op peil te houden. De problemen werpen een smet op de reputatie van de vakbonden bij hun eigen achterban.

Dat komt de rechtse partijen in de regering niet slecht uit. Door de bonden op droog zaad te zetten maken ze hen ook een pak minder aantrekkelijk bij burgers die vakbonden vooral zien als dienstverleners en niet als voorvechters van sociale rechten.

De bonden weten maar al te goed dat de hoge syndicalisatiegraad in België rechtstreeks samenhangt met het feit dat zij verantwoordelijk zijn voor de uitbetaling van de uitkeringen. Wanneer de overheid die taak op zich zou nemen, zou wellicht een pak mensen geen lidkaart meer kopen.

Dat de vakbonden de werkloosheidsuitkeringen nog mogen beheren, is een nederlaag voor N-VA en MR. Bart De Wever stelde in zijn omstreden ‘supernota’ nog voor om het systeem over te hevelen naar de overheid. Vooruit en Les EngagĂ©s staken daar een stokje voor. Het is lang niet zeker dat de overheid, indien ze het systeem zelf zou organiseren, het goedkoper zou kunnen doen dan de bonden.

De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (een overheidsinstelling) is in elk geval de helft duurder dan de drie vakbonden. Een besparing zou de maatregel dus niet opleveren, maar in dit dossier is het N-VA en MR daar wellicht niet om te doen.

Sociaal pact

Voor de bonden is het een principiële zaak. De sociale zekerheid werd na de Tweede Wereldoorlog in een tripartite beheer gestoken waarbij de vakbonden en de werkgevers samen met de overheid beslissingen namen inzake werkloosheidsuitkeringen en ziekteverzekering.

Aangezien de sociale zekerheid nog grotendeels met de opbrengst van afdrachten van werknemers en werkgevers wordt gefinancierd, is het volgens de bonden dan ook niet meer dan logisch dat zij een grote vinger in de pap houden van het systeem. De rechtse partijen vinden dan weer dat ook hier het primaat van de politiek moet spelen.

Het raakt aan de kern van de Belgische welvaartsstaat. Die is er in 1944 gekomen na een Sociaal Pact tussen werkgevers en werknemers. Die besloten een verplichte sociale zekerheid in te voeren die in handen bleef van de vakbonden en de mutualiteiten. Die afspraak werd na de Bevrijding in een wet gegoten.

De overheid kreeg toen de taak om toezicht te houden op het systeem. In de loop der jaren ging de overheid steeds meer geld in het systeem pompen om het overeind te houden en om de lasten op arbeid te doen dalen. Die ‘alternatieve financiering’ van de sociale zekerheid bedraagt nu al zo’n 20 miljard euro, 20% van het totaal. Het vergrootte de rol van de overheid in het systeem.

De Belgische vakbonden vechten voor hun toekomst. Ook dĂĄt is de inzet van de staking van vandaag en de stakingen die nog zullen volgen.

🧠 Pro Tip

Skip the extension — just come straight here.

We’ve built a fast, permanent tool you can bookmark and use anytime.

Go To Paywall Unblock Tool
Sign up for a free account and get the following:
  • Save articles and sync them across your devices
  • Get a digest of the latest premium articles in your inbox twice a week, personalized to you (Coming soon).
  • Get access to our AI features

  • Save articles to reading lists
    and access them on any device
    If you found this app useful,
    Please consider supporting us.
    Thank you!

    Save articles to reading lists
    and access them on any device
    If you found this app useful,
    Please consider supporting us.
    Thank you!