Poetins imperialistische honger is onstilbaar. ‘In feite is Rusland nog altijd een kolonisator’ | Trouw


This article examines the lingering effects of Russian imperialism in former Soviet republics, highlighting the ongoing debate about whether Russia's expansion should be considered colonialism and the complexities of disentangling from Russian influence.
AI Summary available — skim the key points instantly. Show AI Generated Summary
Show AI Generated Summary

“De geschiedenis van Rusland is de geschiedenis van een land dat zichzelf koloniseert.” Deze zin, in de jaren veertig van de negentiende eeuw gemunt door de Russische historicus Sergej Solovjov, beschrijft goed hoe er in Rusland tegen het eigen koloniale verleden wordt aangekeken.

Een historische visie waarbinnen het Russische tsarenrijk en de Sovjet-Unie geen koloniale imperia waren, maar grootmachten die door minderheden met open armen werden ontvangen, in gebieden die eigenlijk al bij Rusland hoorden.

Die opvatting – dat de bevolkingen van de Kaukasus en Centraal-Azië de Russische overheersers verwelkomden om vervolgens vrijwillig met ze samen te leven – is gemeengoed onder Russische politici en in de staatsmedia. Daarbij wordt dan vaak gewezen op het feit dat Russen zij aan zij leefden met de lokale bevolkingen en dat er, in het geval van de Sovjet-Unie, sprake was van universeel burgerschap. Er waren geen Russen, Oekraïners, Georgiërs, Tadzjieken of Kazachen, maar enkel Sovjetburgers.

Serie De voormalige Sovjetrepublieken maakten zich bijna 35 jaar geleden los van Rusland. Hoe dreunt het Russisch imperialisme na in deze landen? En hoe zien de dekolonisatie-bewegingen eruit in wat feitelijk Russische koloniën waren? Een serie over een gedeeld trauma in een lokale context. Dit is de laatste aflevering.

In het verlengde daarvan claimen tal van Russische geschiedenisboeken dat minderheden in het tsarenrijk en de Sovjet-Unie beter werden behandeld dan Russen zelf. Daaruit volgt dan de conclusie dat Rusland al die eeuwen een ‘omgekeerd imperium’ was, waar niet het centrum de periferie uitbuitte maar juist andersom.

‘Wij breien de banden aan elkaar’

Die zienswijze leent veel ideeën van Esper Oechtomski, een koloniaal ideoloog met grote invloed aan het Russische hof van tsaar Nicolaas II. Hij schreef eind negentiende eeuw dat ‘Rusland in werkelijkheid niets in het Oosten verovert, aangezien al de onbekende rassen die door [Rusland, red.] worden opgenomen aan ons verwant zijn door bloed, tradities en gedachten. Wij breien enkel de banden aan elkaar.’

Een korte blik op de Russische geschiedenis leert dat dit een staaltje koloniaal drogredeneren is. Neem de zogeheten Urkun in augustus 1916, toen Kirgiziërs in opstand kwamen tegen de dienstplicht, waarna tienduizenden van hen op de vlucht sloegen voor het tsaristische leger en er bij het herstellen van de orde uiteindelijk minstens honderdduizend doden vielen.

Of de massaslachting die de Russen in 1881 aanrichtten tijdens de verovering van Geok-Tepe in Turkmenistan, waar tsaristische militairen in een maand tijd 14.000 Turkmenen over de kling jaagden.

Om nog maar te zwijgen over de grootschalige terreur die de Sovjets over de volkeren van Centraal-Azië, Oost-Europa en de Kaukasus uitstortten door middel van massadeportaties, kunstmatige hongersnoden en opsluiting in werkkampen. De gelijkheid van Sovjetburgers bestond in theorie, maar in de praktijk was de Homo Sovieticus toch vooral een burger die Russisch sprak, er Russisch uitzag en zich schikte naar Russische normen en waarden.

Er zijn meer voorbeelden van hoe de Russen Centraal-Azië, de Kaukasus en andere gebieden met geweld veroverden, onderdrukten en in het imperialistische gareel hielden. Van vreedzame assimilatie was absoluut geen sprake. In wezen wijkt het Russische kolonialisme daarom niet bijster veel af van het ‘klassieke’ Europese kolonialisme.

Want ook vanuit Moskou was er sprake van beleid waarbij het centrum de volkeren in de periferie een inferieure politieke status toebedeelde. Beleid dat bovendien gepaard ging met systematische discriminatie op basis van ras, religie en cultuur.

Zoutwaterkolonialisme

Toch gaat het in het maatschappelijke én academische debat zelden of nooit over Russisch kolonialisme. Hoe kan dat? Gert Oostindie, emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis verbonden aan de Universiteit van Leiden, heeft wel een idee. “De simpele toelichting is dat we in het Westen alleen zoutwaterkolonialisme als klassiek kolonialisme beschouwen. Zodra een imperium zich over land uitbreidt en dus niet op een boot stapt om volkeren te onderwerpen, zien we dat niet als kolonialisme.”

Al zit er wel een iets diepere redenering achter die zienswijze, vervolgt hij. “Overzees kolonialisme uit West- en Zuid-Europa heeft de hele wereld veranderd. Tachtig procent van de wereldbevolking woont in een deel van de wereld dat ooit door een Europees land is gekoloniseerd. Dat gaat in het geval van Rusland niet op. In die zin is de impact minder groot. Maar toch: ook Rusland is sinds de achttiende eeuw steeds verder uitgebreid, weliswaar kruipender wijs, maar het was wel een enorm imperium dat door middel van onderdrukking volkeren aan zich onderwierp.”

Daar zit inderdaad een belangrijk verschil. Terwijl koloniale grootmachten zoals Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland aparte koloniale landen optuigden die binnen een politiek-hiërarchisch systeem aan het centrum moesten gehoorzamen, was dat onderscheid in het Russische geval een stuk minder helder. Waar ‘korennaja Rossia’ (het Russische kerngebied) begon en waar de koloniale regio’s begonnen, was onduidelijk.

Raciale dimensie

Bovendien is er ook een raciale dimensie, meent Oostindie. “Het westerse kolonialisme ging over witte Europeanen die Afrikanen en Aziaten aan zich onderworpen. Dat spreekt toch meer tot de verbeelding dan het Russische imperialisme, dat over land kroop en geleidelijk volkeren koloniseerde. Daardoor is het beeld ontstaan dat die volkeren altijd al Russisch waren. Een Oezbeek, Georgiër of Kazach wordt al snel verward met een Rus. Simpelweg omdat veel mensen niet weten dat die volkeren helemaal niet etnisch Russisch zijn.”

Nog een verschil: daar waar Europese landen al decennia geen koloniën meer hebben, gedraagt Moskou zich nog altijd als een imperium. “In feite is Rusland nog altijd een kolonisator”, vervolgt Oostindie. “Het Kremlin bezet per slot van rekening nog altijd gebieden in soevereine landen. Kijk naar Oekraïne, Georgië, Moldavië, allemaal landen die met bezetting en actieve militaire dreiging uit Rusland te maken hebben. Het oude moederland probeert ze nog steeds met geweld te binden.”

Het is opmerkelijk. Zelfs in tijden dat het Kremlin een overduidelijk imperialistisch beleid voert en via een vernietigingsoorlog een ex-kolonie opnieuw probeert in te lijven, valt het k-woord in binnen- én buitenland zelden of nooit. Sterker, Moskou verkoopt het Russische buitenlandbeleid in het algemeen, en de invasie van Oekraïne in het bijzonder, juist als antikoloniaal en anti-imperialistisch.

Bevrijdingsoorlog

Want ondanks de koloniale opsmuk en retoriek benadrukken het Kremlin en Russische staatsmedia graag dat de oorlog in Oekraïne een bevrijdingsoorlog is. Russischsprekende Oekraïners en etnische Russen in Oekraïne zouden dankzij Poetin niet alleen worden verlost van de vermeende terreur die de regering in Kyiv over hen uitstort, maar ook van westerse hegemonie.

In de visie van Poetin en andere politieke zwaargewichten heeft Rusland juist met koloniale dreiging uit het Westen te maken en biedt Moskou tegenwicht, door de politieke, culturele en normatieve moraliteit die het Westen aan de rest van de wereld opdringt te bestrijden.

Wie die redenering doortrekt, kan daaruit destilleren dat Moskou als anti-imperialistische macht dapper standhoudt om de eigen soevereiniteit te waarborgen én tegelijkertijd Oekraïne beschermt tegen het grote koloniale gevaar uit het Westen. Moskou is geen dader, maar slachtoffer.

Het is de wereld op zijn kop, maar het sorteert wel effect. In eigen land, maar ook zeker daarbuiten. Zo werpt Moskou zich in Afrika en de rest van het mondiale zuiden al jaren op als antikoloniale macht. Met die bril op is de oorlog in Oekraïne geen aanvalsoorlog, maar een noodzakelijke verdediging tegen westerse, en imperialistische, agressie. Het is een boodschap die zeker in Afrika goed aanslaat, aangezien veel landen op het continent hun eigen anti-imperialistische onafhankelijkheidsstrijd uit het verleden in het Russische verhaal herkennen.

Groeiend ongemak

Maar alle beeldvorming ten spijt, in de Russische ex-koloniën zelf beginnen er wel degelijk barstjes te ontstaan in het Russische antikoloniale narratief. Zeker sinds de oorlog in Oekraïne heerst er in de voormalige Sovjetrepublieken groeiend ongemak ten aanzien van het Kremlin. Hoewel er zeker nog geen sprake is van een breed gedragen antikoloniaal discours prikken wetenschappers, activisten en ook steeds meer politici gaatjes in de Russische anti-imperialistische mythe.

Voorbeelden zijn er genoeg. Zo stak er in september vorig jaar een kleine diplomatieke storm op nadat een docent in de Oezbeekse hoofdstad Tasjkent een leerling uitfoeterde en een tik verkocht nadat het kind haar erop had aangesproken dat ze de Russische taalles in het Oezbeeks doceerde.

Het incident leidde tot politieke reacties vanuit Moskou, waar een woordvoerster van het ministerie van Buitenlandse Zaken over ‘een gruwelijke behandeling’ sprak. De Oezbeekse vicevoorzitter van het parlement kaatste de bal terug door te stellen dat Moskou zich met zijn eigen zaken moest bemoeien.

In eenzelfde soort incident kreeg de Russische coach van het nationale voetbalteam van Kazachstan een boete opgelegd nadat hij zich denigrerend had uitgelaten over de Kazachse taal. Sowieso staat in alle Centraal-Aziatische landen taal centraal in het ontluikende antikoloniale debat. Turkmenistan en Oezbekistan maken inmiddels al gebruik van een aangepast Latijns schrift dat het cyrillisch vervangt en ook in Kazachstan en Kirgizië spelen deze discussies.

Net zo goed gaan er in alle Russische ex-koloniën steeds meer boekjes open over het repressieve Sovjetverleden. Archieven van de KGB worden openbaar gemaakt, communistische monumenten worden van hun sokkel getrokken en slachtoffers van de Sovjetterreur worden postuum vrijgepleit.

Het zijn kleine stappen en van een volwaardig debat over het koloniale verleden is nog geen sprake, maar het is wel een begin, merkt ook Oostindie op. “In de geschiedenis zien we dat er doorgaans twee samenhangende factoren zijn die een antikoloniale opstand veroorzaken. De onderdrukking en uitbuiting worden als ondraaglijk ervaren, én men denkt dat er een historisch momentum is om van de kolonisator los te breken. Dat zou nu in de Russische context aan de hand kunnen zijn.”

Te afhankelijk van het Kremlin

Toch betekent dat nog niet dat de Centraal-Aziatische en Kaukasusrepublieken nu opeens alle banden met Moskou doorknippen. Daarvoor zijn ze simpelweg nog te afhankelijk van het Kremlin. Op het gebied van handel hangen veel van de landen nog aan een Russisch infuus. In Armenië, Tadzjikistan en Kirgizië zijn Russische legerbases gevestigd en in veel gevallen zijn de politieke en zakelijke elites verweven met het Kremlin.

Oostindie: “Zolang een ex-kolonie niet heel veel last heeft van het oude centrum, is het ook wel lekker veilig om de banden warm te houden. Rusland heeft voor deze landen kennelijk het nodige te bieden, qua economie, qua veiligheid, qua diplomatieke banden.”

Toch is het onmiskenbaar dat de ongelijkheden en machtshiërarchie die inherent zijn aan koloniale dynamieken door de Russische ex-koloniën op de proef worden gesteld door diplomatieke speldenprikjes en cultureel-linguïstische stootjes uit te delen aan Moskou. Niet voor niets klinkt in alle Centraal-Aziatische en Kaukasische landen steeds vaker de metafoor dat Rusland zich al jaren gedraagt als een gewelddadige echtgenoot die zijn vrouw slaat. Nu is het tijd om de regie in eigen handen te nemen door hem langzaam maar zeker te ontmaskeren.

Al zal het wel een kwestie zijn van twee stappen vooruit en een stap achteruit, denkt ook Oostindie. “Landen die zich tegen Rusland willen afzetten, vragen zich natuurlijk af op wie ze dan wel kunnen bouwen. Zij zien ook de halfhartige reactie van het Westen in Oekraïne en dat zal niet bemoedigend zijn. Want dat is misschien wel de belangrijkste les die de ex-Sovjetrepublieken uit het koloniale verleden kunnen trekken: zodra je in je eentje komt te staan, kan het gevaarlijk worden. En het laatste wat je wilt is ten prooi vallen aan rekolonisatie, door de oude of een nieuwe overheerser.”

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl)

Lees ook:

Armenië wordt zich langzaam bewust van zijn koloniale erfenis: ‘De Russen waren bezetters’

Net zoals de Europeanen liniaalrechte lijnen trokken door Afrika en het Midden-Oosten, schetsten de Russen op de tekentafel in Moskou etnische deelrepublieken. Maar veel Armeniërs zien Rusland nog altijd niet als ex-overheerser.

Georgië is verdeeld over Stalin: was hij een lokale held of moordlustige tiran?

Voormalige Sovjetrepublieken worstelen met de nog altijd stevige greep van Rusland op hun politiek, maar ook op hun geschiedschrijving. In Georgië is dat te zien in de discussie rond voormalig Sovjetleider Stalin. Hoe dekoloniseer je het collectieve geheugen?

Was this article displayed correctly? Not happy with what you see?

Tabs Reminder: Tabs piling up in your browser? Set a reminder for them, close them and get notified at the right time.

Try our Chrome extension today!


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device


Share this article with your
friends and colleagues.
Earn points from views and
referrals who sign up.
Learn more

Facebook

Save articles to reading lists
and access them on any device