De recente veroordeling van een student gynaecologie voor verkrachting, waarbij de rechter geen straf oplegde, heeft tot brede maatschappelijke verontwaardiging geleid. Begrijpelijk. Maar die verontwaardiging vertroebelt ook het zicht op de bredere problemen die ook door deze zaak worden blootgelegd.
Media als tweede tribunalen, desinformatie over een vonnis dat niet gepubliceerd werd, de publieke verwarring tussen wat juridisch kan en wat onethisch is, de door onderzoek aangetoonde ongelijkheid in de behandeling van verschillende typen misdrijven, het falen van justitie om zichzelf helder uit te drukken en de intellectuele luiheid van fast journalism.
Een vonnis is altijd het resultaat van hoorzittingen, bewijsstukken, pleidooien en juridische afwegingen. Rechters verwijten dat ze hun werk niet grondig hebben gedaan is dus zeer misplaatst. Dat neemt echter niet weg dat er kritiek mag zijn op het breder maatschappelijk gegeven en de relatie tussen justitie en onze maatschappij.
Te beginnen met het feit dat het vonnis niet onmiddellijk beschikbaar was en de kwaliteit van de communicatielijn tussen media en justitie ondermaats is. In een liberale democratische rechtsstaat is dit beschamend. Je kan burgers niet verwijten geen respect te hebben voor justitie als justitie en media niet eens respect voor zichzelf lijken te hebben. Justitie heeft meer middelen nodig, meer ondersteuning zodat er volop aan de kerntaken gewerkt kan worden en er geen ruimte ontstaat voor polarisering en wantrouwen.
Daarnaast moeten we in discussies als deze een cruciaal onderscheid maken tussen juridische en ethische afwegingen. Iets kan juridisch perfect verdedigbaar zijn, en tegelijk ethisch of maatschappelijk problematisch aanvoelen. Dat is hier onmiskenbaar het geval. Te meer omdat vrouwen wel vaker het gevoel krijgen dat ze er na een verkrachting of aanranding helemaal alleen voor staan. Die balans tussen wat ethisch goed aanvoelt en wat juridisch correct is, verklaart ook waarom UZ Leuven alsnog de student op non-actief heeft gezet. De daden van de student roepen fundamentele vragen op over de integriteit en de maatschappelijke verantwoordelijkheid die hoort bij het beroep van gynaecoloog. En al zeker in opleiding. De rechtbank heeft haar rol gespeeld, het is aan het werkveld om haar rol te spelen o.a. door beschermingsmechanismen en controle.
Want vanuit juridisch oogpunt kan het vonnis te verklaren zijn. Misschien was er sprake van twijfel over de intentie, misschien wogen bepaalde elementen minder zwaar door, of werd de kans op recidive als bijzonder klein ingeschat. Dergelijke afwegingen maken deel uit van het strafrecht. Tegelijk toont het precies dat aan waar het systeem soms oneerlijk kan aanvoelen. In mijn boek Klassenjustitie bespreek ik hoe strafmaat en kansen op strafvermindering vaak afhankelijk zijn van factoren als opleidingsniveau, toekomstperspectief of sociale status.
En laat dat nu hetgeen zijn waar altijd opnieuw veel wrevel rond ontstaat. Want stel nu dat deze persoon geen student gynaecologie was, maar een veelbelovende bouwvakker, of een jongeman in een technisch beroep? Zou het vonnis dan hetzelfde zijn geweest? Die vraag is zeker niet emotioneel, maar rationeel en legitiem. Niet om de rechters te beschuldigen van klassenjustitie, dat zou intellectueel oneerlijk zijn, maar omdat onderzoek keer op keer aantoont dat mensen uit lagere sociaal-economische klassen vaak en onbewust zwaarder worden gestraft voor gelijkaardige feiten omwille van ongelijkheden in onze samenleving.
De samenleving kijkt nu eenmaal anders naar hoogopgeleiden dan naar praktisch geschoolden. We zien meer toekomstperspectief in iemand die zich netjes kleed en eens een fout begaat, dan iemand die op straat heeft geleefd of vaak werkloos is en een fout begaat. Dat is geen kritiek op rechters op zich, maar op de maatschappelijke structuren die (in)direct rechtspraak beïnvloeden.
Wanneer een vonnis zoveel beroering veroorzaakt, zou je verwachten dat justitie en media moeite doen om correct en helder te communiceren en burgers op die manier te informeren. Om uit te leggen hoe een dergelijke beslissing tot stand kwam, op basis van welke overwegingen, en wat dat betekent voor het vertrouwen in de rechtsstaat. Maar zoals zo vaak blijft die uitleg uit. En zoals zo vaak leren we niets bij. Informeren is intensief en complex werk, maar desinformatie wegwerken is dat nog méér.
Stap voor stap lijken we collectief onze rechtsstaat te ondermijnen. Door tweede tribunalen online in gang te zetten, rechters aan te vallen en weinig ruimte te laten voor nuance en inhoudelijke debatten te snel te herleiden naar kampen vol emotionelen versus rationelen.
We dragen allen de verpletterende verantwoordelijkheid om onze liberale democratie en de rechtsstaat met kritische reflectie te versterken, verdedigen en zeker niet onderuit te halen. Vertrouwen ontstaat niet vanzelf, daar werken we samen aan.
Skip the extension — just come straight here.
We’ve built a fast, permanent tool you can bookmark and use anytime.
Go To Paywall Unblock Tool