In het Gentse buurtcentrum waaien de stadsgeluiden door het openstaande raam. De parken en terrassen stroomden deze vrijdag vol, en ook de 22-jarige Noa* zoekt straks met studievrienden de zon op. Al gaat hij ’s avonds niet mee uit, want het risico om onverwacht op een politiecontrole te stuiten is dan te groot.
Bovendien moet hij op zowel zaterdag als zondag alweer vroeg beginnen met zijn bijbaantje in een garage ergens in de stad. Hoewel het dagloon er met 40 euro zowat tweeënhalve keer onder het wettelijke minimumloon ligt, kan hij het geld niet missen.
“Eigenlijk praat ik niet zo vaak over mijn situatie”, vertelt Noa, die in het dagelijkse leven voor kleuterleerkracht studeert. “Ik merk dat het mijn vrienden machteloos en verdrietig maakt. Dat vind ik dan weer vervelend. Voor hen, maar vooral ook omdat ik niet graag als een tragisch persoon wordt gezien.”
Noa kwam vijf jaar geleden vanuit Colombia naar België, want in zijn geboorteland probeerde een kartel zijn broer met geweld te rekruteren. Hij stapte naar de politie, maar de aangifte belandde via een corrupte agent bij de drugscriminelen.
Samen met hun vader trokken ze vervolgens in allerijl naar vrienden in België. Het drietal diende hier een asielaanvraag in en kreeg na anderhalf jaar – zoals voor de meeste Zuid-Amerikanen in Europa geldt – nul op het rekest. Sindsdien leven ze in de illegaliteit.
“Mijn vrienden staan mij zo goed als mogelijk bij. Zo krijg ik hun oude schoolboeken en woon ik bij een van hen in. Al blijven er dingen waar ik niet aan mee kan doen. Ik ben gelukkig niet zo’n feestbeest, maar wil ook weleens zo’n avond in de stad meemaken. In plaats daarvan moet ik steeds voorzichtig zijn. Ik wil koste wat het kost voorkomen dat ik bijvoorbeeld per ongeluk bij een vechtpartij betrokken raak en zo in de problemen kom.”
Terug naar Colombia wil hij immers niet. Hoewel hij zijn geboorteland en zijn vrienden nog dagelijks mist, durft hij nauwelijks aan dat scenario te denken. “Daar moest ik constant vrezen dat mijn familie iets ergs overkwam. Eenmaal in België stond ik nog lange tijd in gevechtsmodus. Mijn situatie is nu moeilijk, maar duizend keer beter dan die voortdurende angst. Ik zou het mentaal niet aankunnen om dat opnieuw te moeten doorstaan.”
Noa maakt deel uit van de grote groep onofficiële inwoners van ons land. Nadat hun studenten-, arbeids- of toeristenvisum verliep of hun asielaanvraag werd afgewezen, kwamen zij voor een beslissing te staan: terugkeren of onder de radar verdwijnen. In België kozen 112.000 mensen voor dat laatste, blijkt uit recent onderzoek van de VUB. Samen vormen ze een stad zo groot als Brugge.
Voor hen is de slotsom dat ze in België, zelfs zonder papieren, beter af zijn, zegt migratie-expert Pascal Debruyne. Hij is verbonden aan het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van de Odisee Hogeschool en doet onderzoek naar mensen zonder papieren. “Er kan een bepaalde dreiging in het herkomstland zijn die geen recht op asiel in België geeft. Veel mensen hebben bovendien ambities die ze niet in hun regio waar kunnen maken.”
Al gebeurt het ook dat migranten iets overkomt. Ze verliezen bijvoorbeeld hun baan en voldoen daarna niet meer aan de voorwaarden van hun visum. Debruyne sprak voor zijn onderzoek zelfs met een prosituee die tegen haar zin naar België gesmokkeld werd. Ze had alleen onvoldoende bewijs voor de mensenhandel, kwam dus niet in aanmerking voor een speciale beschermingsprocedure en belandde in de illegaliteit.
“Mensen denken in het begin dat ze nog wel een uitweg vinden, maar raken gaandeweg meer en meer in een overlevingseconomie verstrikt. Er is dan geen ruimte meer om nog over een ontsnappingsroute na te denken.”
Het beeld bestaat dat ze de uitzetting met eindeloze procedures vertragen. Dat komt uiteraard voor, maar is lang niet altijd het geval. “Vaak vinden ze de weg naar de sociale en juridische dienstverlening maar moeizaam. Zelf kennen ze de rechten en de procedures niet – die overigens ook zo complex zijn dat ik er zelfs mijn eigen studenten niet mee vertrouw. Ze lopen vervolgens vast in het systeem en leven enkel nog van dag tot dag.”
Op het Antwerpse Astridplein gaan de ogen van Victoria* schichtig heen en weer. De 37-jarige vreest op deze drukke plek, waar altijd veel politie patrouilleert, voor identiteitscontroles. Zij kwam vijftien jaar geleden met een studentenvisum uit een land in Centraal-Afrika naar hier, maar bleef toen het visum verliep. Omdat veel van haar familieleden in de politieke oppositie zitten, moet Victoria in haar herkomstland voor de autoriteiten vrezen. Al is dat in België dus niet veel anders.
“Ik ben altijd bang dat ze om mijn papieren vragen, want die heb ik niet. Daarom voel ik mij niet op mijn gemak op drukke plekken en mijd ik het openbaar vervoer. Wanneer ik echt niet aan de tram ontkom, ben ik alert en zorg ik altijd voor een geldig kaartje.”
In de vijftien jaar dat Victoria in België woont, bouwde ze hier een leven op. Ze werkt, weliswaar zwart, als kok voor een groot gezin en kreeg vijf jaar geleden een dochter. Die gaat hier naar school, maar is nog te jong om de situatie te begrijpen.
“Wel vraagt ze regelmatig of wij, net als haast al haar klasgenootjes, ook eens op vakantie gaan. Ooit zal ik het met haar moeten bespreken, want zonder papieren kan ze bijvoorbeeld niet op een schoolreis naar het buitenland. Ze is ook nog nooit naar een tandarts geweest, want daar stuitten we tot dusver steeds op administratieve problemen.”
Toch is het meisje hier het beste af, meent Victoria. “In mijn herkomstland is het heel onrustig, en wie niet over de juiste connecties beschikt, vindt er nooit een goede baan. Daarom blijf ik bang dat we op een dag in een Belgisch detentiecentrum belanden en worden uitgezet.”
Het is de angst waar iedereen zonder papieren mee leeft. Ons land telt immers acht van dat soort administratieve detentiecentra. In 2023 werden daar 4.915 ongedocumenteerden vastgezet, onder wie ook 295 kinderen, blijkt uit cijfers van JRS Belgium.
Zij zitten daar opgesloten tot ze worden uitgezet of gewoon weer vrijgelaten, iets wat in 2022 voor 30 procent van de gevallen gold. Het gebeurt als iemand niet binnen de maximale termijn van twee maanden kon worden uitgezet, bijvoorbeeld door een nieuwe procedure of omdat het herkomstland niet aan een terugkeer meewerkt.
De mensen in die administratieve detentiecentra liepen vaak bij toevallige controles tegen de lamp. Op enkele politionele acties na, zoals in de laatste jaren rond het Brusselse Zuidstation, zoeken de autoriteiten in ons land niet actief naar sans-papiers.
“Nochtans weten ze vaak perfect waar ze moeten zijn”, zegt Hanne Beirens. Zij werkt als professor aan het Europacollege in Brugge en was jarenlang directeur van het Migration Policy Institute Europe. “Gerichte zoekacties, bijvoorbeeld op plekken waar veel sans-papiers werken, stuiten vermoedelijk op te veel weerstand. Politici spreken graag in ferme taal, maar houden ondertussen wel degelijk de economische belangen in het achterhoofd. Er zijn op dit moment gewoon te veel bedrijven die op de inzet van mensen zonder papieren leunen. Zolang dat het geval is, zal er irreguliere migratie zijn.”
Ondertussen leven mensen zonder papieren wel onder de voortdurende dreiging van een willekeurige controle. Die angst werkt contraproductief, stelt Beirens. “Het is juist belangrijk dat ze op een laagdrempelige manier informatie kunnen inwinnen. Dat komt een efficiënt terugkeerbeleid ten goede.”
Het maakt de 112.000 sans-papiers in België bovendien iets minder kwetsbaar voor uitbuiting, iets wat nu op grote schaal gebeurt. “In theorie hebben mensen zonder papieren wel enkele rechten, maar in de praktijk wordt iedereen op zeker moment uitgebuit”, zegt Debruyne. Trouwen, huren, onderwijs en dringende medische hulp zijn – althans op papier – geen probleem, maar zonder papieren is het onmogelijk om op een normale manier aan een inkomen te raken.
“Ze wonen bijvoorbeeld bij iemand in, maar worden ingezet als onbetaalde poetshulp of au pair”, weet Debruyne. “Werken moet zwart en dus worden ze zwaar onderbetaald in bakkerijen, slagerijen en de land- en tuinbouw. Uurlonen van 5 tot 7 euro zijn in die informele economie normaal.”
Het is iets wat de 29-jarige Abu* herkent. Hij komt uit Sierra Leone, een van de armste landen ter wereld, en verblijft al negen jaar in ons land. “Ik ontdekte algauw: zodra mensen weten dat ik geen papieren heb, gaan ze profiteren. Ik werkte eens een hele dag in het magazijn, maar kreeg minder betaald dan afgesproken. Ze zeiden: ‘Anders bellen we toch gewoon de politie?’”
Noa ondervond iets vergelijkbaars. Samen met zijn vader maakte hij een tijdje een flat met Airbnb-woningen schoon. “Onze baas betaalde waar hij zin in had: voor een twaalfurige werkdag kregen we soms enkele tientallen euro’s, soms zelfs helemaal niks. Hij keerde ook nog eens met vertraging uit. Daardoor was het heel onaantrekkelijk om ermee te stoppen, iets wat we uiteindelijk toch maar hebben gedaan.”
Victoria wil zelfs niet over haar ervaringen vertellen, die zijn nog te vers. Wat ze wel kwijt wil: “Jullie worden allemaal oud, maar er is straks niemand meer om voor jullie te zorgen. Laat ons dat doen. Wij zijn hier toch, wij willen werken, maar krijgen de kans niet.”
Ook haar zijn de recente stakingen tegen de pensioenhervormingen niet ontgaan. “België pakt het onverstandig aan”, meent Victoria, en ze is blij dat ze dat nu eindelijk eens in een “chique krant” kwijt kan. “Ik hoop dat Bart De Wever meeleest.”
Migranten die naar Europa trokken namen vaak een hoop risico. Ze verkochten hun huis, zegden hun baan op en zetten bovendien tijd, geld en, in sommige gevallen, zelfs hun leven op het spel. “Vervolgens schamen ze zich om terug te keren”, zegt Beirens.
“Ze willen ook hun familie niet teleurstellen, want die zit met bepaalde financiële verwachtingen. Zij schatten de situatie in Europa soms te rooskleurig in en kunnen zich moeilijk voorstellen dat het hier is mislukt. Het idee om met lege handen terug te keren kan ondraaglijk zijn. Uit schaamte kiezen sommigen er daarom zelfs voor om nooit meer naar hun oorspronkelijke woonplaats terug te gaan.”
De rechtlijnige aanpak van sommige politici heeft volgens haar daarom weinig nut. Zinvoller is het om mensen zonder papieren een perspectief te bieden. Bijvoorbeeld door met de familie in het thuisland te bemiddelen of zelfs voor financiële ondersteuning te zorgen.
Vervolgens kunnen mensen bij terugkomst een eigen bedrijfje starten en staan ze niet met lege handen. Dat gebeurt, blijkt effectief, maar valt moeilijk te verkopen. Beirens: “Politici kloppen op tafel en zeggen: geen excuses, wie moet vertrekken, vertrekt. Maar zo werkt het niet. Als mensen koste wat het kost willen blijven, verandert zo’n vuist op tafel niets.”
Wat Debruyne betreft leggen we de schuld sowieso te snel bij migranten. “Het gaat hier op zijn minst om een gedeelde verantwoordelijkheid”, stelt hij. “Aan de ene kant maken we de procedures steeds strenger en moeilijker, aan de andere kant nemen we het migranten kwalijk als ze afhaken. Dat is eten van twee walletjes.”
“We moeten mensen minder als cijfertjes zien”, is wat Noa hierover te zeggen heeft. “We kunnen beter eventjes naar hun verhalen luisteren, want elk mens heeft een verhaal. Sommigen trekken in plaats daarvan een hele dikke muur op: hier zijn wij, daar zijn jullie. Maar we zijn allemaal mensen, we hebben allemaal dromen.”
Of in het geval van Abu is dat zelfs nog te zwak uitgedrukt. “Ik zie mijn toekomst zo helder voor mij dat van een droom geen sprake meer is”, vertelt hij. “Ik krijg hier kinderen en vind een baan. Met die baan help ik mensen die het slechter hebben dan ik. Ik vind het belangrijk om te delen: wat je hebt, behoort jou niet per se toe.”
* Noa, Victoria en Abu zijn schuilnamen.
Skip the extension — just come straight here.
We’ve built a fast, permanent tool you can bookmark and use anytime.
Go To Paywall Unblock Tool